1812

De historische gegevens over dit jaar kunnen slechts beperkt worden weergegeven. Het notulenboek eindigt op 17 mei en vervolgt dan met een opsomming van de ‘actes en arrêtes van de Maire’, alles in de Franse taal. Vanwege de beknoptheid en de ontoegankelijkheid van deze gegevens kan daardoor van de tweede helft van 1812 nauwelijks een beschrijving worden gegeven.

In januari wordt de Maire Christiaan Crucq gevraagd om alsnog een opgave van de door de inwoners tijdens de inval van de Engelsen geleden schade te doen aan de Prefect. Hiermee zal dan rekening worden gehouden bij de verdeling van de onderstand die Zijne Majesteit de Keizer aan de inwoners van dit departement heeft toegestaan.

De landmeter Martens komt op de 13e januari ’s morgens om 10 uur op het Stadhuis spreken over de grensscheiding tussen de gemeenten. Hij vraagt een lokaal voor de ontvangst van de Maires van de betrokken gemeenten in gereedheid te brengen. Tijdens deze zitting in het Stadhuis wordt de Oranjepolder en de Wilhelminapolder aan Arnemuiden afgestaan door de Maire van de Lieve Vrouwe Polder (Vrouwenpolder).

Jan Schets dient een verzoek in om het huis met de schuur, genaamd 'De Tiranny', staande aan de westzijde van de Noordstraat (wijk B nummer 43, voorheen eigendom van Jan Daniëlse Vinke), te mogen afbreken. Dit eeuwenoude huis verkeert in een zeer bouwvallige staat. Hij zou zeer zware kosten moeten maken om het te restaureren. Het gevolg is dat ook dit monumentale pand - zoals zovele in deze jaren - ten prooi valt aan de slopershamer.

Ook dit jaar komt er een gestadige stroom van missives, circulaires en regelingen van het Franse bewind het Stadhuis binnen. Zo komt er bericht dat de zandweg naar de zaagmolens te Nieuwland en de binnenweg naar Middelburg ‘departementaal verklaard worden; de overige wegen worden als ‘communaal’ (van plaatselijk belang) beschouwd.
Voor het onderhoud van de zandweg wordt overwogen een barrière (slagboom voor tolheffing) te plaatsen, tot het onderhoud van de andere wegen zijn - volgens oude gewoonte - de eigenaren van de landerijen aan weerszijden van de wegen verplicht. Voor de wegen bestaan geen belastingen.

In april komt er een Keizerlijk Decreet, waarbij de Municipale octrooien (de gemeentelijke verordeningen) worden overgedragen aan de Administratie der Verenigde Rechten. Het decreet bevat verder nog bepalingen over de afsluiting van de boeken en de verificatie daarvan. Inderdaad houdt het notulenboek van de Gemeenteraad vanaf nu op en worden in de Franse taal alleen nog maar de beslissingen van de Maire vermeld.

Een ander voorschrift van historische betekenis is de bepaling tot het houden van een Register van de bevolking in iedere gemeente, alsook een Register van Consigne van alle manspersonen van 21 jaren oud en daar boven.

De Maire Christiaan Crucq en de raadsleden Jacob Marteijn en Adriaan Adriaanse worden benoemd om de ontvangen gelden voor de beloning van de Arnemuidse kustwachten af te wikkelen.
De door Arnemuiden ten behoeve van de vestingwerken te Vlissingen geleverde wagen moet nu in Veere ingezet worden.

* * *

Wat betreft het alledaagse leven kan het volgende worden vermeld.
De Prefect stuurt bericht dat bij de Heer Van Eeden te Haarlem het nieuwe beetwortelenzaad te verkrijgen is. Dit wordt ter kennis gebracht van de landlieden.

Voor benoeming tot repartiteurs (voor de omslag van de belastingen) worden voorgedragen Jacob Marteijn, Joost Adriaanse Joosse, Adriaan Koets en Leendert Wisse. In de plaats van de overleden Cornelis Melis wordt voorgedragen Janis de Marée.

Als gevolg van het overlijden vorig jaar van de heelmeester Riecke komt er in april een verzoek ter tafel van Coenradus de Jongh, medisch doctor in Nieuwland. Hij schrijft genegen te zijn om zich metterwoon binnen deze stad te vestigen en de praktijk en heelkunst uit te oefenen. Omdat De Jongh hier al eerder de praktijk van genees- en heelkundige heelt waargenomen en zich toen goed van zijn taak gekweten heeft, wordt hem vergunning verleend om zich alhier als arts te vestigen.

Ook schoolmeester Hoogerheijde doet in mei van zich horen. Hij schrijft het Stadsbestuur dat hij zover in de Franse taal is gevorderd dat hij al daarin les geeft. Hij legt een Acte van Examen in de derde rang van de Departementale Commissie voor het Schoolonderwijs over. In verband daarmee ontvangt hij voortaan een traktement van honderd gulden.

Tot kerkmeesters worden opnieuw benoemd Johannis Crucq en Janis de Marée.

Op de 10e mei stuurt de Commandant van de Marine te Vlissingen een Keizerlijk Decreet toe waarbij ‘de visvangst ter zee geautoriseerd wordt’. De Maire wordt verzocht zich met de schippers van de visschuiten op woensdag de 13e mei te Veere te laten vinden.

* * *

Dan, op de 14e mei ontvangt het Stadsbestuur een bericht van de Prefect, waarbij - zo tekent de Maire Christiaan Crucq aan - 'volgens ons gedaan verzoek wij ons ontslag bekomen als Maire en de adjunct Maire, de heer C.D. Baars, in onze plaats wordt benoemd, met verzoek denzelve in die kwaliteit te installeren en daarvan procesverbaal op te maken en aan zijn edele te doen toekomen. Zijnde dadelijk de genoemde Maire geinstalleerd, daarvan proces-verbaal opgemaakt en zulks de Prefect bij missive opgezonden’.

Op de 15e mei wordt hierover een stuk in de Franse taal in het notulenboek opgenomen en ondertekend door de leden van het Stadsbestuur, te weten door de Maire Christiaan Crucq, de adjunct-Maire en secretaris C.D. Baars, en de leden Johannis Crucq, Abraham van Eenennaam, Pieter Meerman, Janis de Marée en Jan van der Weele.

Als gevolg van de benoeming van C.D. Baars tot Vrederechter van het canton Veere zal Christiaan Crucq later, bij besluit van de Prefect van 28 december 1813, opnieuw enige tijd als Maire fungeren.

Op de 16e mei komt er een dreigende brief van de Prefect binnen. Voor de proviandering van het garnizoen te Vlissingen is een aanzienlijke hoeveelheid graan nodig. De graanmolens worden ter beschikking gesteld van de Administratie van Oorlog. Elke molenaar die het malen van graan voor dit doel weigert zal hiervoor gestraft worden met het sluiten van zijn molen.

Het notulenboek eindigt op 16 mei. Hierna begint een ‘Register des Actes et arrêtes de la Mairie depuis le 17 mei 1812’. Uit dit Register, alles in de Franse taal, kunnen we aflezen dat Abraham van Eenennaam wordt benoemd tot adjunct-maire; een week later wordt Chrétien Crucq als zodanig benoemd, kennelijk omdat Van Eenennaam hiervoor bedankte.

* * *

Aan de fragmenten, in de Franse taal in het notulenboek opgenomen, kunnen slechts spaarzamenlijke gegevens ontleend worden. Wel is op te maken dat aan de kerktoren herstelwerkzaamheden worden verricht door aannemer Johannis Crucq voor 100 francs. Ook aan de molen worden reparaties verricht.

Ook wordt een missive ontvangen van de Commandant ter zee Lord Chattam ‘invitant de renvoyé au bord sur le Champ le nommé Cornelis Lievense Meulmeester, comrnit de cet ou et placé au de Batiment a quel invitation il est satisfact’. Later in het jaar worden 12 hoogaarzen gevorderd voor de werken te Vlissingen.

Later wordt nog een summier verslag gegeven van een viertal vergaderingen van de Gemeenteraad, telkens in het Frans. De notulen van deze vergaderingen, alle niet langer dan 1 of 2 bladzijden, worden steeds ondertekend door de Maire C.D. Baars, de adjunct Maire Christiaan Crucq, Abraham van Eenennaam, Jan van der Weele, Pieter Meerman, Johannis Crucq, Janis de Marée, Jacobus Louisse de Rijke en Cornelis Kraamer.

* * *

Over de Hervormde Gemeente kan het volgende worden vermeld.
De kerkenraad bestaat dit jaar uit de ouderlingen Daniël van Belzen, Adriaan Koets, Marinus de Nooijer en Marinus Schroevers en de diakenen Jan Bernard Joosse, Jacob de Rijke, Cornelis Mulder en Pieter Zwigtman.
Hoe zeer de inwoners zelf in armoedige omstandigheden verkeren, toch wordt er voor de afgebrande kerk van Sluis in Zeeuws Vlaanderen nog een bedrag gecollecteerd van 10 gulden. De kerkenraad besluit de morgenkerkdienst voortaan te laten beginnen om 9 uur en de namiddaggodsdienstoefening gedurende de zomertijd om 2 uur en gedurende de wintertijd om half 2. Uit de gestelde dubbeltallen voor ouderling (Jacob Joosse Grootjans, Janis de Marée, Leendert Wisse en Blaas Jacobse de Nooijer) worden Grootjans en De Nooijer gekozen. Uit de gestelde dubbeltallen voor diaken (Daniël Leendertse Grootjans, Jacobus Buis, Jan Kramer en Abraham Crucq) worden Buis en Grootjans gekozen.

De Classis Walcheren wijst ds. Hondius er op dat hij niet regelmatig evangelische gezangen laat zingen. Hij is verplicht dit iedere zondag te doen en legale bewijzen in te zenden hoe hij zich daarvan kwijt. Na rijpe beraadslaging besluit de kerkenraad voortaan tijdens elke godsdienstoefening te laten zingen Gezang 94. Of dit besluit eenstemmig en van harte wordt genomen blijft een vraag. Ouderling Adriaan Koets kan er zijn stem niet aan geven ‘omdat hij van alle menschen leven moet’. De diakenen J.B. Joosse en P. Zwigtman ‘zeiden dat zij er hunne geest niet over uit lieten’ en diaken Jacob de Rijke ‘konde het niet schelen of ze gezongen werden of niet’.

In december komt er een verzoek van de Maire ter tafel ‘of de predikant op de volgende rustdag bijzonder in de gebeden aan den Keizer der Fransen en zijn doorluchtig huis wilde gedenken, daar het als dan kroondag was’.

Ook nodigt de Maire een commissie uit de kerkenraad uit om op aanstaande zaterdag op het Stadhuis te komen om met hem zoveel mogelijk maatregelen te beramen ‘tot verzachting van het lot der armen in deze strenge winter, zijnde hiertoe aangezet door Zijn Edele de Prefect’. De broeders ‘verblijden zich over de zorgen welke de burgervader toont voor de behoeftigen en wenst er de gelukkigste gevolgen van te zien’.

De kruiskerk van Arnemuiden van achteren gezien.
De kruiskerk van Arnemuiden van achteren gezien.