1790

Opnieuw is het onrustig in de landen rondom de Republiek. Op 9 januari verbinden Pruisen en Engeland zich met ons land om zich niet te bemoeien met de gebeurtenissen in de Zuidelijke of Oostenrijkse Nederlanden. Twee dagen later worden in Brussel de Verenigde Nederlandse Staten uitgeroepen. Dit leidt er toe dat in december het Oostenrijkse leger Brussel binnenrukt en een einde maakt aan de Verenigde Nederlandse Staten.

Met de Verenigde Oostindische Compagnie (de V.O.C.) gaat het zeer slecht. De Staten-Generaal gaan over tot de instelling van een Staatscommissie voor de zaken van de compagnie. Sinds de 4e Engelse oorlog is de compagnie door staatsgaranties op de been gehouden. Ze is daarmee haar onafhankelijkheid kwijt geraakt. Ook met de Westindische Compagnie is het een aflopende zaak. Voor het beheer van de W.I.C. kiezen de Staten-generaal uit hun midden enige afgevaardigden om als voorlopige bewindvoerders op te treden.

* * *

In het Stadsbestuur doen zich geen wijzigingen voor. Wel gaat het burgemeestersambt over van de aftredende Maarten Adriaanse op Jacob Marteijn. Gerrit ten Velde is dit jaar regerend burgemeester.

Het Stadsbestuur besluit op de 7e augustus de vlag van de toren te laten waaien, maar niet de klok te luiden, ter gelegenheid van de verjaardag van Prinses Wilhelmina, de gemalin van Prins Willem V.

Uit het Begraafboek kunnen we opmaken dat er dit jaar 10 mensen op het kerkhof en 4 in de kerk zijn begraven. Onder hen is ook de op 6 juni op 83-jarige leeftijd overleden Pieter van der Nol, in leven ‘s Lands commies en licentmeester te Arnemuiden. Over hem vernamen we zeer veel in het vermelde over de kerkgeschiedenis van de Arnemuidse Hervormde Gemeente. Ook wordt in november de aanzienlijke Middelburgse koopman C. Balguerie (71 jaar) in de grafkelder van de familie Wiltschut in de kerk begraven. In mei werd ook z’n overleden dochter Susanna Balguerie (45 jaar) aldaar bijgezet.

* * *

In januari treffen de Walcherse steden maatregelen voor de verdeling van het graan op Walcheren. Het Stadsbestuur van Middelburg schrijft namens de drie steden dat Arnemuiden in geval van gebrek aan graan door de parochies Cleverskerke en de Oranjepolder zal worden voorzien. Middelburg heeft ‘de vereiste orders gesteld dat door deze districten terstond op Uw achtbaren orders de nodige tarwe zoude worden geleverd’.

In april meldt burgemeester Maarten Adriaanse dat de landlieden weigeren om nog langer te wachten met de granen voor de stad te leveren. Hij heeft voor de opslag al de nodige graanzolders gehuurd. Ook is al voor de benodigde contante gelden gezorgd. Van de stadsthesaurier heeft hij 2.000 gulden ontvangen. Voor de levering van het graan door Laurens Ingelse van het Hof in de Oranjepolder is een schuldbekentenis gemaakt van 1.932 gulden en voor Salomon van Eenennaam een van 600 gulden en voor de heer burgemeester het tekort komende ten bedrage van 300 gulden, in totaal dus voor 2.832 gulden.

In de loop van september is de schaarste van koren kennelijk voorbij. Iedereen is weer vrij om graan in te kopen zoals dit vóór het verbod het geval was. De stadsbode zal dit nieuws aan de bakkers en meelverkopers bekend maken. De tarwe, die door de stad is ingekocht en op graanzolders is opgeslagen, zal zodra dit mogelijk is worden verkocht tot voorkoming van meerder verlies. Vanwege de schaarste en duurte was dit graan in oktober 1789 ingeslagen.

In de Stadsrekening van 1790/1791 is een ontvangst verantwoord van Jan Maartense als commissaris voor de in- en verkoop van de stadstarwe wegens de duurte van de granen van £ 289.7.9. En aan Joost Adriaanse Joosse is voor de huur van z’n schuurzolder voor de stadstarwe in 1790 £ 6 betaald.

* * *

Nog enkele algemene bijzonderheden.
Isaac Gillisse vestigt zich in januari als schoenmakersbaas in de stad.

De nieuwe vrachtrijder Jacob Marteijn de jonge krijgt een instructie. Hij zal z’n vrachtwagen in behoorlijke staat moeten houden en deze moeten voorzien van een goede linnen huif tot bescherming van personen en goederen. Marteijn laat zich echter niet veel gelegen liggen aan deze Ordonnantie. In juli krijgt hij opdracht dat hij zich aan z’n Ordonnantie moet houden en in de zomermaanden van hier naar Middelburg zal moeten rijden met een huifwagen met twee banken erin, des voormiddags om half negen en van Middelburg vanaf de korenbeurs retour om twee uur. 's Winters moet hij om negen uur afrijden. Maar in september moet Jacob Marteijn nogmaals ernstig aangezegd worden dat hij volgens z'n Ordonnantie met een huifwagen moet rijden en personen zal moeten laten meerijden op de gestelde tijden.

In juni gaat de stadsbode met de bel door de straten en roept om dat niemand meer zeekraal zal mogen wassen aan de veertrap voor de veerpont aan het Hoofd. Ook is het niemand meer toegestaan daar z'n viskorven te schuren. Op de overtreding staat een boete van twee schellingen. Zo blijkt dat het schuren van de korven op die plek al zo’n 200 jaar geleden in gebruik was, evenals dit nog de gewoonte was in het begin van de 20e eeuw.

Eind augustus wordt een publicatie gedrukt en afgekondigd tegen het roven en stelen van koren en veldvruchten. Daarin looft het Stadsbestuur een premie uit van 25 gulden voor degene die de dader in handen van de justitie kan laten vallen.
In oktober komt in de vergadering van de vroedschap aan de orde dat de bewoners van het Papestraatje weigeren hun straat te wieden. Indien dit geweigerd blijft worden zal de magistraat genoodzaakt zijn de straatsteen er uit te breken. Ieder zal dan gehouden zijn de straat zo ver z'n erf strekt te onderhouden en te kappen.

Het Stadsbestuur laat in de maand november omroepen dat de ambachtslieden en alle anderen ‘s avonds geen ladders op de straten en erven mogen laten staan, dit tot voorkoming van kwaad gebruik.

Begin december wordt een koopdag gehouden van het kaphout op de stadssingel.

* * *

Een enkele mededeling over de zoutketen bleek bij het archiefonderzoek.
Klaas Jansen en Jacob Schroevers hebben de oude en onreparabele zoutkeet ‘De Hoop’ gekocht van de weduwe Van den Bosch. Uit deze zoutkeet is ‘de zoutpanne en alles wat van enige importantie was’ uitgebroken. Niets dan alleen de vervallen romp is blijven staan. Ze verzoeken het Stadsbestuur de keet af te mogen breken ‘alzo deselve voor de nering en het zoutmaken niet reparabel meer is en door de bouwvalligheid maar ongelukken te wachten zijn’. Ze krijgen toestemming om deze oude zoutkeet af te breken.

In mei vragen de Middelburgse kooplieden gebroeders Tak, nu de grond waarop de zoutkeet ‘De Hoop van Welvaaren’ gestaan heeft behoorlijk is opgezuiverd, ‘deze voor hen en hun nakomelingen voor schorregrond toe te staan tot een zodanig gebruik als zij zullen raadzaam achten’. Ze krijgen hiervoor toestemming voor een cijns van 5 schellingen per jaar ‘evenals voor de erve van hun andere zoutkeet en daarvan gebruik te maken’.

De zoutkeet De Hoop. Vermoedelijk bestond er naast de dit jaar afgebroken zoutkeet ‘De Hoop van Welvaaren' nog een zoutkeet met de naam 'De Hoop‘. Uit archiefgegevens kan afgeleid worden dat deze zoutkeet nog tot in de 19e eeuw gehandhaafd bleef.
De zoutkeet 'De Hoop'.
Vermoedelijk bestond er naast de dit jaar afgebroken zoutkeet ‘De Hoop van Welvaaren' nog een zoutkeet met de naam 'De Hoop‘. Uit archiefgegevens kan afgeleid worden dat deze zoutkeet nog tot in de 19e eeuw gehandhaafd bleef.

* * *

Nog enkele bijzonderheden over de kerkelijke gemeente.
Het notulenboek vervolgt weer met de kerkenraadsvergadering van de 25e februari. De vorig jaar ontstane twisten komen dan tot een bevredigende oplossing. We nemen het hierover vermelde in de notulen over:

Geconstateerd wordt dat de betaling van het brood voor de arme lieden welke door de diacony gealimenteerd worden, volkomen is voldaan en dus de grondslag van alle twisten en onenigheden ten genoegen van de predikant en de kerkenraad geheel is uit de weg geruimd, zo is door tussenkomst van twee naburige predikanten en op derselver voorstel (hetwelk door de predikant enkel om de liefde en des vredes wille is geaccordeerd) met algemene stemmen van alle leden geresolveerd, om alles wat van deze zaak in het actenboek is genoteerd en tgeen daarop betrekking heeft te royeren en onleesbaar te maken ofwel geheel daar uit te snyden, wordende hierdoor deze zaak volkomen getermineerd. Alle leden van de kerkenraad verklaren deze assopiatie te bekrachtigen en al het gepasseerde hartgrondig te vergeven met onderlinge toereiking der hand van vriend- en broederschap en betuigden alle driften en onaangename bejegening van elkanderen te houden als of die nimmer waren voorgevallen. De God des Vredes Zynen Zegen gebiede.

Alle leden van de kerkenraad bekrachtigen het hiervoor vermelde met hun handtekening: ds. J.Molentiel, Jan Jacobse Schroevers, Pieter van Kas, Gillis Marinisse de Nooyer, Jacob de Ridder, Joos van Belsen, Jacobus Faro en Job Joosse van Belsen.
Hierna ‘zyn terstond de vorige tien bladen tot algemeen genoegen en blydschap uit het boek uitgesneeden en verbrand ten overstaan van ons ondergetekenden en is tevens met onderling genoegen tot voorkoming van alle dergelyke onaangenaamheden voor ‘t vervolg besloten, dat alle drie maanden by het houden van censura morum voor het Heilig Avondmaal, de acten van de naast vorige drie maanden zullen worden geapprobeerd’. De Middelburgse predikanten Professor H.J. Krom en ds. A. Dryfhout ondertekenen dit.
Ds. Molentiel verklaart nog wel dat hij nu sinds 1778 de boekhouding van de armendiaconie heeft verricht tot uitsparing van de kosten van een boekhouder. ‘Doch nu sinds 11 maanden ter oorsaak van uitgeschreven rekeningen ongenoegen is ontstaan, meent hy deze taak thans neer te moeten leggen’. Eenparig besluit de kerkenraad tot nieuwe boekhouder te benoemen Gerrit ten Velde, de rijkslicentmeester, op een traktement van £ 5 Vlaams of £ 30 Hollands.

Het gepasseerde doet terugdenken aan de tijden dat Pieter van der Nol nog actief was. Ook zijn naam komen we onder dit jaar weer, maar dan voor het laatst, tegen in het notulenboek. Onder de 2e juli is aangetekend: ‘Also Pieter van der Nol, die in een voorgaand Acteboek zo menigmaal bekend staat, nu den 6 juny is overleden, sal geen verdre aandagt of aantekening vereischen’. Hij is in de ouderdom van 83 jaar overleden.

Dit jaar zijn aftredend de ouderlingen Cornelis Jacobse de Ridder en Jan Schroevers en de diakenen Jacob de Ridder en Joost van Belsen. Tot hun opvolgers worden verkozen Cornelis Cornelisse en Daniël van Belsen (wonend op de zoutketen) als ouderlingen en Casper Mulder en Jacob Joosse Grootjans (eveneens wonend op de zoutketen) als diakenen. De nieuwe broeders worden op 5 december bevestigd met de tekst Psalm 45:12b.
12 nieuwe lidmaten leggen geloofsbelijdenis af.

In november houdt de kerkenraad met instemming van de magistraat een collecte ‘op het hartbrekende jammergeklag van de bedienaren des Goddelyken Woords wegens de deplorabele toestand van de stad Lissa in Groot Polen, zynde de enige daar de gereformeerde godsdienst vry uitgeoefend wordt, alwaar in juny over de 1000 huizen afgebrand en niet meer dan 15 benevens de gereformeerde kerk en het gymnasium waren verschoond en dus meer dan 10.000 mensen in armoede gedompeld zyn’. De collecte brengt ƒ 107 op, terwijl later nog grote giften nakomen. Uit de stadskas wordt 25 gulden in de collectezak gedaan.