1748

Na de verheffing van de Prins tot Stadhouder over alle gewesten zijn de verwachtingen zeer hoog gespannen. Ons land zal onder een sterke Oranjevorst spoedig uit chaos, bestuurloosheid en oorlogsverwikkelingen verlost worden, zo is de verwachting. Helaas lopen deze hoge verwachtingen op een teleurstelling uit. Prins Willem de Vierde blijkt een innemende, maar zeer zwakke Stadhouder te zijn. De Prins blijkt niet zo veel te voelen voor nauwe samenwerking met het volk. Hij werkt liever samen met de regenten en ziet zichzelf als opperregent.

Op de 1e september besluit de Stadhouder een einde te maken aan de al weken durende onrust in de stad Amsterdam. Bij de stadspoort wachten z'n aanhangers hem op. Helaas, de voor vele Amsterdammers zo hoopvol begonnen actie voor meer vrijheden en democratie loopt op een bittere teleurstelling uit.

Heuglijk nieuws is dat op de 8e maart een prinsje wordt geboren, de latere Stadhouder Prins Willem de Vijfde, de betovergrootvader van onze vroegere Koningin Wilhelmina. Hij zal Stadhouder zijn van de Nederlanden van 1751 tot 1795 en overlijden in 1806 op 58-jarige leeftijd.

* * *

Het notulenboek maakt dit jaar voor het eerst melding van de verheffing van Prins Willem de Vierde tot Stadhouder over Zeeland. In maart overweegt het Stadsbestuur: ‘Alsoo in vorige tyden wanneer door de Staten van den Lande een Stadhouder is gesteld geweest, bij deselve de electie (verkiezing) van onze nominatie (voordracht) tot vernieuwing van Weth en Raad is gedaan en nu weder in het vorig jaar door de Staten van Zeeland een Stadhouder is verkozen, zo is besloten om ons te informeren wat ons nu best te doen staet en syn hiertoe gecommitteerd Dirk Broeder en Cornelis van Ginhoven’.

* * *

In april overlijdt een voorname inwoner van de stad, de Admiraal van de Zeeuwse Vloot Hermanis Wiltschut. Hij was een zoon van de commandeur Steven Wiltschut, die zijn levensavond ook in Arnemuiden doorbracht, en een broer van de vroegere leden van de Arnemuidse vroedschap Pieter en Jacob Wiltschut. Hij huwde op 23 mei 1707 in de Engelse Kerk te Middelburg. Vijf kinderen van hem werden in Arnemuiden geboren. Meestentijds woonde hij in het van vóór 1584 daterende huis ‘De Gulden Gans’ in de Langstraat. Dit nu nog steeds bestaande huis werd in december 1734, toen hij Vice-Admiraal van Zeeland was, aan de Hervormde Gemeente voor pastorie verkocht.
Door het overlijden van de Admiraal Wiltschut komt een einde aan de pacht van de dokweide achter het Schuttershof. De secretaris Cornelis van Ginhoven biedt aan om de weide voor 4 jaar voor £ 12 Vlaams per jaar te pachten.

* * *

In februari worden de onverpachte stadsgorsingen ‘publiek en met de stokke’ verpacht. Hier is zeker belangstelling voor.
Adryaen Joose biedt voor de onverpachte stadsgorsingen ‘uitterhand’ een som van 19 ponden Vlaams in 't jaar en dat voor de tijd van vijf achtereenvolgende jaren, waarvan het eerste jaar zal beginnen met Sinte Catryne 1748. Hij doet dit aanbod voor de volgende stadsgorsingen (weidelanden): het kerkhof, de stadssingel, de galgenberg, tweederde gedeelte van de Noordwal, het molenpoldertje en de keetdijk. En ‘also de aangeboden som 7 ponden Vlaams meer bedraagt als in verscheidene vorige jaren verpagt is geweest, so is het selve bij Weth en Raad eenparig geaccordeerd’.

Het gaat hier om de 37-jarige, in 1710 te Arnemuiden geboren Adriaan Joosse, die in 1746 eigenaar werd van het Hof Den Armen aan het Papestraatje (de huidige Schoolstraat). Deze stamvader van de Arnemuidse familie Joosse trouwde in 1736 met de te Arnemuiden wonende Francina Geene, een dochter van Adriaan Geene, de glazenmaker en tevens kaarsen- en vettewarenwinkelier wonend nabij de Middelburgse Poort. Nazaten van Adriaan Joosse hebben bijna 200 jaren deze hofstede bewoond.

* * *

Dit jaar overlijdt de stadsdiender Hendrik Boddens. Voor de vacante plaats biedt zich aan een zekere Pieter Schenk. Deze wordt eenparig tot ‘s Heeren Dienaar verkozen. Echter, Schenk verhuist in oktober al uit de stad. In zijn plaats treedt Maarten Harthoorn aan.

Korte metten worden gemaakt met Aryaen Kerkhove. Omdat hij ‘over syn quaad gedrag by sententie van Weth en Raad voor 21 jaar is verbannen, is hy naer Oostindië besteld’.

Janna, de vrouw van de stadsbierbrouwer Hendrik Berk, schijnt nogal op ongezouten wijze uitgevaren te zijn tegen sommige leden van de vroedschap. Hierover betuigt ze achteraf haar spijt en verklaart ‘de infame (schandelijke) discourse, tegen verscheidene pesonen van deze magistraat gehouden, sulks haer leet te syn met belofte van zich zelf in het toecomende voor dergelyke schandaleuze discoursen te zullen wagten en dit niet meer te zullen doen, waarmee het college genoegen heeft genomen’.

Eén van de bij de stad in eigendom behorende huisjes, waarin een zekere Jannetje Thomas tot nu toe woonde, wordt te huur of koop ‘gehangen’ en indien daarvoor 12 pond Vlaams wordt geboden, zal het daarvoor verkocht worden.

De ledige plaatsen op de stadswallen worden met olmen- en essenbomen beplant. Het Jan Leeuwenstraatje (nu de Lionstraat) wordt hersteld omdat het zeer slecht is en vol putten zit.

* * *

Het gaat nog steeds goed met de zoutnering.
De pannebaas Servaas Bouwens krijgt toestemming om het zomerhuis bij z’n zoutkeet te vergroten. Ook de pannebaas Salomon Suurmont verzoekt om aan z’n zoutkeet een zomerhuis te mogen bouwen.

Wel doet zich dit jaar opnieuw een conflict voor met Middelburg over de zoutmaat. Geirriteerdheid spreekt uit de brief van het Middelburgse Stadsbestuur van augustus:

Met het uiterste ongenoegen en een seer grote verwondering hebben wij wederom klachten vernomen over de maat dewelke tot het zout te Arnemuiden gebruikt wert, soo veel van die van dese stad en van Zierikzee verschillende. Wij hebben in dat vast vertrouwen geweest dat op ons aanschrijven van 29 mei 1747 en beloften van gecommitteerden van Ulieden gedaan, daar jegens reeds voor lang soude zijn voorsien, dog sulks soo niet synde hebben wij goetgevonden Ulieden nogmaals by desen te versoeken de zoutmaat ten eerste te doen brengen op de juiste grootte van die deser stad alsmede dat in den tusschentyt aan geene onser ingesetenen of soutmeters enig ongelyk gebeure. Moetende Uw agtbaren op het allerserieuste notificeren dat wy by verder uitstel besloten zyn dusdanige middelen in het werck te stellen die Uw agtbaren daartoe souden nootsaken en seer onaangenaam syn dewelke wy echter niet geerne dan spaarsaam en daartoe genootsaakt tegen uw agtbaren als onse naburen souden gebruicken.

Opmerkelijk is hetgeen de vroedschap van Arnemuiden met deze dreigbrief doet: ‘Na deliberatie besloten om brief onbeantwoord te laten en de grofzoutmaat niet te laten verkleinen, also alle de eigenaars van soutketen volgens getuygenis van de boekhouder daartoe niet willen accorderen’.

* * *

Van de Hervormde Gemeente is te melden dat de Classis Walcheren opnieuw besluit ds. La Motthe voor de legerdienst af te vaardigen. In maart wordt de predikant tijdelijk losgemaakt van de gemeente om ‘de legerdienst bij de hulptroepen van deze Staat te velde waar te nemen’. Gedurende de tijd dat ds. La Motthe de legerdienst waarneemt vergadert de kerkenraad niet.

De helft van de kerkenraad is dit jaar weer aftredend. Als nieuwe ouderlingen treden aan Andries Adriaanse en Maarten Kervink en als diakenen Abraham Francooys en Jan Janse Harthoorn. Geloofsbelijdenis leggen 11 personen af.