1906

De Arnemuidse vissersvloot bestaat dit jaar uit 47 en die van Vlissingen uit 16 schuiten. Het is voor de garnalenvisserij een middelmatig jaar. Er zijn geen schardijnvangsten. Wel zorgt de scharvangst voor een kleine, maar toch aardige bijverdienste. Hoewel hier niet speciaal op wordt gevist, vangen de Arnemuidse garnalenvissers soms toch een mooi zoodje, dat in de regel in Veere en Vlissingen aan leurders en leursters duur kan worden verkocht.
In de maanden januari tot en met april zijn de vangsten zeer slecht. Van mei tot en met september varieert de vangst per week van 16 tot 40 manden garnalen per schuit. Gedurende 1906 worden gemiddeld 13 à 14 manden garnalen per week gevangen. De prijzen zijn laag: slechts ƒ 2,50 à ƒ 3,00 per mand. Soms komt het voor dat de vissers slechts 5 cent per mand vanuit Engeland ontvangen!! Over het geheel genomen zijn de verdiensten dit jaar schamel. Sommige vissers stoppen met de garnalenvangst vanwege de lage prijzen; anderen gaan met vis leuren.

Arnemuidse visvrouwen wachten op de binnenkomst van de vissersvloot te Vlissingen.
Arnemuidse visvrouwen wachten op de binnenkomst van de vissersvloot te Vlissingen.

De gemeenteraad komt in 1906 veertien keer bijeen. Niettegenstaande dat worden er nauwelijks belangwekkende besluiten genomen. Aan J.K. Crucq, de aannemer, wordt vergunning verleend voor het plaatsen van een weegbrug op het havenhoofd. Aandacht wordt besteed aan het dijkje van de Zuidwal naar het Schorretje, omdat dit bij regen in één modderpoel verandert.
Bovenmeester Van Doezelaar mag een schoollokaal gebruiken voor ‘het geven van onderricht in de Franse taal’. De onderwijzer J. van Loo verzoekt ontslag per 16 juni. In deze vacature wordt benoemd mejuffrouw C.G. Krook uit Koudekerke. De Gebroeders Meerman van de scheepswerf krijgen vergunning tot het gedeeltelijk afgraven van de Zuidwal voor hun woningen. Ook stelt de gemeenteraad een nieuw Reglement van Orde voor de raadsvergaderingen vast.

Op de plaats van de in 1638 gesloopte bouwvallen aan het Schuttershof wordt in 1906 weer een aantal nieuwe woningen gebouwd. De grond is in 1905 afgevoerd door leden van de Gereformeerde Kerk ten behoeve van de egalisering van het terrein voor de bouw van de christelijke school en de kerk. Geleidelijk wordt nu in de behoefte aan woonruimte voorzien tot de Eerste wereldoorlog de verdere bijbouw voorlopig belemmert.

In 1906 wordt slechts één vergadering van de kerkenraad van de Hervormde gemeente gehouden, namelijk op 24 januari. Opmerkelijk is ook dat al sinds jaren de kerkenraadsnotulen uiterst summier zijn (per vergadering hooguit een halve pagina in het notulenboek) en steeds door de predikant of consulent worden opgesteld.

Ook moet opmerkelijk genoemd worden enerzijds de sinds jaren hoge batige saldi van de diaconie en anderzijds de zo zeer armoedige omstandigheden waarin vele vissersgezinnen door de lage verdiensten in de visserij verkeren. Tijdens de ene kerkenraadsvergadering dit jaar, op 24 januari, wordt rekening en verantwoording afgelegd van de diaconie over 1905. Ontvangen is ƒ 2.066,05 en uitgegeven ƒ 1.084,81; het batig saldo is daardoor ƒ 1.031,23.

Er wordt ook gesproken over het aannemen van nieuwe lidmaten. Tegen degenen die met tweede Kerstdag en Nieuwjaarsdag ‘herbergen hebben bezocht’ wordt bezwaar gemaakt en deze zullen dit jaar dan ook niet worden toegelaten als lidmaat. Vermeldenswaard is dat de kerkvoogdij besluit ‘de reiskosten te betalen die door den Eerwaarde Heer ds. Paauwe van de gemeente Yerseke gemaakt zijn voor de prediking gedaan op donderdagavond den 25 januari 1906 te Arnemuiden’. Opmerkelijk is dat de bekende ds. Paauwe tijdens de ambtsbediening van ds. Steenbeek een avonddienst vervult.

Schilderachtige visserswoning op de grens van 1906 - 1907.
Schilderachtige visserswoning op de grens van 1906-1907.