1745

In mei behaalt het Franse leger een beslissende overwinning op het geallieerde leger van Engeland, Oostenrijk en de Republiek der Verenigde Nederlanden. De Franse troepen trekken daarna verder noordwaarts.

Op de 31e december verklaart de Franse Koning Lodewijk de Vijftiende het in 1739 met de Republiek gesloten handelsverdrag ongeldig. Door dit handelsverdrag genoten de Hollandse en Zeeuwse kooplieden vele handelsvoordelen in Frankrijk. Algemeen wordt gevreesd dat de intrekking van het Verdrag een nadelige invloed op de Hollandse, Zeeuwse en Friese scheepvaart en koophandel zal hebben.

* * *

Dit jaar vestigt Jan Catte zich als schoenmaker in Arnemuiden.
Ook een zekere Jan Robbelijn, afkomstig van Sandijk bij Veere, wordt als smidsbaas toegelaten. Hij vestigt zich in de smidse ‘De Dry Hoefyzers’ aan de noordzijde van de Nieuwstraat. Hier hadden in het begin van de 18e eeuw eerst Pieter Blieck (1702-1726), Jacob Mulderman (1726-1737) en Jan Groenee (1737-1745) hun smidsbedrijf.

De thesaurier Alexander Sinclair doet als Ontvanger van de ‘dobbelde 100e penning’ zijn rekening over 1742. Dirk Broeder doet rekening van de ‘stadsbrandewijnen’ over 1744 en Cornelis van Ginhoven over het ‘stadsuniegeld, kerk- en borgerrecht’ over 1744.

Omdat de stadsdiender Jacob de Meulenaer ‘wel in vorige tijd gesegt heeft geheel onverschillig te syn of deselve diender was of niet en ook weigerig is geweest om syn eed te doen’ besluit de magistraat hem voor zijn diensten te bedanken. In zijn plaats wordt opnieuw aangesteld de vorige ‘s Heeren Dienaar Hendrik Boddens.

Tot nu toe verpacht de stad ‘het kerkhof ter Hooftkerk’ te Nieuwerkerke aan Cornelis Geldhoff. Vanwege het overlijden van Geldhoff wordt de pacht vanaf nu vergund aan Cornelis de Mol voor 2 ponden Vlaams per jaar.

De molen te Nieuwland staat momenteel stil en ‘men komt hier ter molen’. Van iedere zak tarwe dienen de inwoners van Nieuwland aan de stad te betalen drie stuivers en van iedere zak mesting (veevoer) of andere granen drie grooten Vlaams.

* * *

Een aantal stadseigendommen moet worden vernieuwd of hersteld.
Het Stadsbestuur besluit opnieuw ‘de Sade voor de kaay, die wederom soo hoog opgeslibd is, dat geene schepen op deselve komen kunnen, te laten diepen’. De thesaurier Cornelis van Ginhoven krijgt machtiging om daartoe ‘arrebeyders aan te nemen en met deselve daer over te accorderen’. Ook besluit men om ‘de Brugge van de Tholpoort, alsoo deselve geheel slegt is, te vernieuwen’. Tevens worden ‘de noten, clauwieren en tuymelaers’ van het cariljon gereviseerd.

Eind november waait door de geweldige storm de ene roede van de molen geheel aan stukken op de grond. De timmermansbaas Elias Bricx krijgt opdracht een nieuwe te kopen.

Ook blijkt dat ‘de spil en schaaljen (de leien) van de peer op den toom seer slegt sijn’. Besloten wordt deze er af te nemen en het kruis dan wederom op de toren te zetten. De Middelburgse loodgietersbaas Jan Willemse voert het werk uit voor een bedrag van £ 44. Ook de portalen van de kerk worden dit jaar op de meest voordelige wijze vernieuwd.

* * *

In de Hervormde Gemeente wordt op de 7e maart ds. A. la Motthe Willemsz bevestigd. Hij doet intrede met de tekst Handelingen 5 : 31 en 32 (eerste gedeelte). Hij is in februari 1709 geboren te Nisse als zoon van ds. Wilhelmus la Motthe en als broer van de latere ds. Cornelis Noël la Motthe te Oost-Souburg. Als kandidaat werd hij op 21-jarige leeftijd bevestigd te ‘s-Heer Hendrikskinderen op 13 juli 1730. Hij blijft te Arnemuiden predikant tot 1763, in welk jaar hij op 13 november is overleden, een weduwe met 5 kinderen nalatend. In de zomers van 1746 tot 1748 diende hij als legerpredikant, dit tegen de zin van zijn gemeenteleden.

De vorige predikant ds. L. à Brakel had op eigen kosten een kerkbank (‘een bocht’) voor z’n familie in de kerk laten maken. De door hem gemaakte kosten worden vergoed en ‘deze bogt voor altoos voor een bogt voor de predikantsfamilie gehouden’.

Boudewijn Joosse Grootjans en Maarten Kervink volgen de aftredende ouderlingen Andries Adriaanse en Hendrik Berk op. Als nieuwe diakenen treden aan Cornelis Cornelisse en Adriaan Geene. In de gemeente heerst deze jaren rust en vrede.

Schilderij uit de raadszaal van het Arnemuidse stadhuis, voorstellende Prins Maurits. Dit is aangekocht in 1658.
Schilderij uit de raadszaal van het Arnemuidse stadhuis, voorstellende Prins Maurits.
Dit is aangekocht in 1658.