Voorwoord


De opheffing van Arnemuiden als zelfstandige gemeente per 1 januari 1997 was de aanleiding de periode 1948 tot en met 1996 in kroniekvorm te beschrijven. Dit vierde deel sluit aan bij de Kronieken van Arnemuiden over de periode 1695-1947. Hiermee zijn 300 jaren van de geschiedenis van Arnemuiden in vier delen en ruim 1200 bladzijden beschreven.

Op treffende wijze zien we in de thans beschreven vijftig jaren Arnemuiden opklimmen tot de welvarende gemeenschap van thans. Had Arnemuiden net na de oorlogsjaren overwegend eenvoudige visserswoninkjes, thans laten de nieuwbouwwijken onmiskenbaar de welvaart zien. En telde de gehele Arnemuidse vissersvloot begin de vijftiger jaren in totaal zo'n 1000 pk; thans komen er vissersschepen voor van wel 4000 pk.

Wat echter voor een groot deel verloren ging is o.a. de unieke sfeer, de gezelligheid en gemoedelijkheid, het levendige straatbeeld, zo kenmerkend voor het Arnemuiden van vroeger. Dit beeld staat velen nog in het geheugen gegrift.
Aparte vermelding verdient in dit verband ook de Arnemuidse vissersvloot in Veere. Welk een onvergetelijk bont en kleurrijk schouwspel was dat. Dankzij de welwillende medewerking van Jhr. W.L. den Beer Poortugael te Veere kon een aantal door hem gemaakte foto's van de vissersvloot te Veere in de vijftiger jaren in deze Kroniek worden opgenomen.

Veel moest blijven liggen: talloze details, zeer veel fotomateriaal, zovele herinneringen, verhalen en mededelingen. Het zou al te gedetailleerd geworden zijn nog meer in bijzonderheden te treden. Mogelijk kunnen dergelijke details nog eens verwerkt worden in het blad ‘Arneklanken’ van de Historische Vereniging Arnemuiden, waarvan nu al twee jaargangen verschenen.

Het beschrijven van de achterliggende vijftig jaren kostte aanmerkelijk minder moeite dan van de voorgaande delen. In tegenstelling tot de vorige delen kon geput worden uit eigen herinneringen, mondelinge overleveringen en verscheidene krantenknipselverzamelingen. Wel was het een bijzondere gewaarwording zovelen van het voorgeslacht, van degenen die in de achterliggende vijftig jaren ontvielen, weer voorbij te zien trekken. Zovele markante personen die de Arnemuidse samenleving kleur en warmte gaven. Om hen in herinnering te houden heb ik gemeend, zover mij dit bekend was, onder elk jaartal de namen van de overledenen te vermelden.

In dit voorwoord wil ik mijn bijzondere erkentelijkheid tot uiting brengen voor het laatste Arnemuidse gemeentebestuur en met name burgemeester drs. H. Visser en gemeentesecretaris K. van Poppel. Dankzij hun medewerking genoot ik voor het archiefonderzoek voor de beschreven driehonderd jaar onbeperkt toegang tot het gemeentehuis en het oud archief,  zelfs tot op de laatste dagen van 1996.
Ook betuig ik mijn erkentelijkheid aan al degenen die mij foto’s, krantenknipsels, gegevens en informatie beschikbaar stelden.

Graag wil ik ook degenen bedanken die door hun intekening de verschijning van het vierde deel van de Kroniek van Arnemuiden mogelijk maakten. Hulde verdient vooral ook het bestuur van het Anjerfonds Zeeland voor de toegekende subsidie. Daardoor werd ik mede in staat gesteld dit deel te laten verschijnen.

Goes, januari 1998

J. Adriaanse