In zijn nieuwjaarsrede doet burgemeester Horninge een ernstig beroep op de gemeenteraad de persoonlijke veten terzijde te leggen en thans samen te werken in het belang van de gemeente. Hoewel de visserij het afgelopen jaar niet zo gunstig was verwacht hij van de uitbreiding van de vloot grotere welvaart.
Ook dit jaar staat de bestrijding van de werkloosheid weer centraal. Aan de werkloze Noordzeevissers wordt steun verleend tot uiterlijk 1 april of zoveel eerder het garnalenvissersbedrijf weer op gang zal zijn. De ongeorganiseerden krijgen wekelijks ƒ 3,- (+ ƒ 0,50 per gezinslid) en de georganiseerden ƒ 6,50 (+ ƒ 0,50 per gezinslid).
Verscheidene werken worden in het kader van de werkverschaffing uitgevoerd. De gemeenteraad, hoewel in het geheel niet tevreden over de Heidemij., besluit voorlopig maar met deze maatschappij door te gaan. Vooral ook omdat het toezicht door de Heidemij. een subsidievoorwaarde van het ministerie is.

Een verzoek van de kiesverenigingen van de ARP en de SGP om door wijziging van de Politieverordening de herbergen op zondag te sluiten wordt afgewezen (met 4 tegen 3 stemmen).
Aan scheepswerf H.M. Mak te Middelburg wordt opdracht gegeven voor de bouw van een nieuwe veerboot voor de veerdienst over het Arnekanaal voor ƒ 400; de oude boot is geheel versleten. Later wordt de oude, inmiddels gezonken veerboot gelicht en publiek verkocht voor ƒ 3.
De heer J.H.W. Knolle uit Hansweert krijgt een stukje grond aan het Schorretje in erfpacht voor de stichting van een werkplaats voor de reparatie van scheepsmotoren.
De zorg voor de reinigingsdienst (het ophalen van vuilnis, beer, garnalenafval en dergelijke) gaat over van de weduwe Den Hollander op haar schoonzoon J. Maljers.
De verwachting wordt uitgesproken dat de gemeente nu spoedig aangesloten kan worden op het waterleidingnet. De gemeenteraad verwijt het college op dit punt een weinig actief beleid. De voormalige weide op de noord-oostwal wordt eerst bestemd voor speelterrein voor de jeugd. Vanwege de baldadigheid wordt dit terrein later beschikbaar gesteld voor de jeugdige voetballers. Het Schorretje langs het kanaal wordt nu speelwei.
De gemeente-bouwmeester krijgt opdracht een plan te maken voor de uitbreiding van de vishal aan het Stationsplein.
De gemeenteveldwachter N. Kievit vraagt per 1 oktober ontslag. Tijdens de vacature neemt rijksveldwachter M. van Schaik waar; hij krijgt hiervoor een gratificatie van ƒ 50. Tot opvolger van Kievit wordt benoemd de 29-jarige P. Detiger.
A.H. de Kam bedankt als conciërge van het gemeentehuis. De 28-jarige P. Ventevogel volgt hem op.
Burgemeester Horninge deelt de gemeenteraad mee dat uit een oude kadastrale kaart blijkt dat vóór het leggen van de spoorbaan op dezelfde plaats een straat heeft gelegen die de naam ‘Appelstraat” droeg. Op zijn voorstel wordt besloten de verlengde Nieuwstraat nu ook zo te noemen.
In april worden vier nieuwe woningen aan de Appelstraat in gebruik genomen. In december staat het 10e huis in deze straat al onder de kap.
In volgende jaren wordt hier verder gebouwd tot aan de noorderwal in de nabijheid waar vroeger de Veersche Poort stond. Bij nader inzien wordt besloten de sloot langs de Appelstraat niet te rioleren en te dempen. De rioolbuizen zullen nu naast de sloot gelegd worden. Lozing kan plaatsvinden door de duiker in de Veerse dijk.
De Arnemuidse vissersvloot telt dit jaar 40 schuiten, alle voorzien van een motor. Die van Vlissingen heeft 29 en die van Veere 12 schuiten. Van de Vlissingse vloot varen er nog 2 onder zeil, terwijl er nog 9 roeiboten voor de visvangst zijn. In de vloot doet zich dit jaar maar één wijziging voor: schipper K. van de Ketterij doet zijn ARM 19 over naar Veere.
Voor sommige vissers is de nieuw geplaatste motor een lijdensweg. Robbert van Belzen vertelt in 1950 in Het Vrije Volk het volgende:
Op de zeilen was zo slecht nog niet. Je voer als er wind was, je vaartuig trilde tenminste niet uit mekaar en je had geen hypotheek! Een motor kostte geld - vóór de oorlog al drie- of vierduizend gulden en hij was meestal eerder versleten dan afbetaald. Met de motor zijn de schulden gekomen. Een motor gebruikt olie en dat kost geld.
In 1939 stond de ARM 3 voor 75 gulden op het boekje bij de olieboer hier op Arnemuiden. Ja, verschuldigd: de somma van vijfenzeventig gulden wegens geleverde ruwe olie. En weet je wat er met de ARM 3 gebeurde? Openbaar verkocht! Want schulden zijn schulden en daar stond de schipper met z'n drie zonen. Vier gezinnen in één keer in de armoe door die motor. Ze zijn weer gaan varen bij familie. Niet als eigen schipper, nee, glad van tevoren af aan als knecht.
Een ander gevolg van het plaatsen van een motor is dat de schuit ingrijpend aangepast moet worden. De zware motor laat de schuitjes nog dieper in het water wegzakken. Daarom worden de schuiten ’opgeboeid’, de boorden worden omhoog gebracht. Op foto’s van de vissersvloot in de dertiger jaren is te zien op welke wijze de ranke hoogaarzen ontsierd zijn door het opboeien. Het achteronder wordt machinekamer voor de 30 pk gloeikop.

De inkomsten voor de visserij zijn dit jaar nog minder dan in 1932. Voor de garnalenvisserij is het een slecht jaar vanwege de lage prijs, terwijl de vangsten niet hoog zijn. Is de vangst groot, dan daalt gelijk de marktprijs. Niettemin zijn de vangsten voldoende om aan de vraag vanuit Engeland te kunnen voldoen. Dit jaar zit er wel schardijn voor de kust, doch ze is onverkoopbaar vanwege de kwaliteit.
De vissers ondervinden dit jaar ook veel nadeel van de concurrentie tussen de garnalenpellerijen, van wie ze lage prijzen ontvangen en bovendien op dagtaak gesteld worden.
In december is het streng winterweer. Raadslid Crucq stelt zelfs voor pogingen te ondernemen om het ijs in het kanaal te breken ten behoeve van het uitvaren van de vissers.
In deze periode verzoeken de vissers de gemeenteraad om een steunregeling in verband met de slechte verdiensten. De gemeenteraad is bereid mee te werken aan het verkrijgen van de nodige regeringssteun voor hun bedrijven. De regering ziet zich dit jaar dan ook genoodzaakt voor het eerst sinds 1857 in te grijpen in de slechte opbrengsten in de visserij. In het kader van de Landbouwcrisiswet wordt de Nederlandse Visserijcentrale opgericht. Helaas blijkt deze weinig effectief te zijn. De belangrijkste maatregel is aanvoerbeperking waardoor veel vissers in de bijstand komen of regeringstoeslagen op hun vangsten moeten zien te krijgen.
De jaren 1933, 1934 en 1936 zijn de ergste en de meest armoedige. In het boek ’Vissers verhalen’ is te lezen, dat de kinderen ’s avonds soms zonder eten naar bed moesten. Aan het eind van de week werd soms slechts 3 gulden thuisgebracht. Bij het Armbestuur kon men dan bonnetjes halen waarop de vrouw bij de bakker brood kon krijgen en reuzel of spek bij de slager.
In deze tijd komt het voor dat de vissers van Arnemuiden en Breskens in staking gaan. Er komen in deze tijd opkopers uit België om de garnalen. Pas de volgende zaterdag weet men dan wat de opbrengst is. Meestal valt het tegen, want de opkopers kunnen geven wat ze willen. Hiertegen komen de vissers in opstand en eisen meer. Als ze dreigen met vissen te stoppen komen de opkopers over de brug en geven ook meer.
In de kerkenraadsnotulen van de Hervormde Kerk zijn over 1933 geen bijzonderheden te lezen. Wel worden dit jaar beroepen uitgebracht op de kandidaten Vollebregt en Van de Pol. Dit jaar bedankt de in het ambt vergrijsde ouderling Robbert Schroevers na een 30-jarige bewogen ambtsperiode (in 1903 werd hij ouderling en in 1909 scriba). In zijn plaats wordt tot ouderling gekozen (diaken) Joost van Belzen Janzn. Als nieuwe diaken wordt gekozen C. van de Ketterij. Tijdens dit jaar van grote armoede bedragen de diaconale inkomsten ƒ 3.784,17; de uitgaven zijn ƒ2.787,40, zodat het batig saldo ƒ 996,77 is.
