Op 1 mei 1902 wordt meester J.J. van Doezelaar hoofd van de openbare school van Arnemuiden. Hij volgt de in 1901 overleden meester J. Buijs op. Reeds eerder was Van Doezelaar onderwijzer aan deze school. Daarna werd hij hoofd van de openbare school te Kleverskerke.
In Kleverskerke moet hierdoor een nieuw hoofd benoemd worden. Dit heeft heel wat voeten in de aarde. Nummer 1 op de voordracht is de heer C. Steketee, onderwijzer aan de openbare school te Arnemuiden. Steketee is ‘van Gereformeerde beginselen’; hij behoort tot de Gereformeerde Kerk van Arnemuiden.
De ingezetenen van Kleverskerke verzoeken massaal iemand van Hervormde beginselen te benoemen. Dit levert in de gemeenteraad een zeer uitvoerige discussie op. Volgens de burgemeester en enkele raadsleden zijn de ondertekenaars opgezweept door de Arnemuidse Hervormde ds. Feykes. Dit wordt hem - volgens de raadsnotulen - nogal kwalijk genomen. De stemmen staken echter en na loting wordt de heer J.P. van Hoeve uit Serooskerke benoemd. In 1905 wordt de heer C. Steketee het eerste hoofd van de dan geopende Christelijke school te Arnemuiden.
De onderwijzer van de openbare school H.P.A.J. Buijs vraagt ontslag per 1 november. Als zijn opvolger wordt benoemd P. Vos uit Middelburg.
De vissersvloot bestaat in 1902 uit 51 schuiten voor de garnalenvangst (met in totaal 612 m3 en 200 bemanningsleden). De Vlissingse garnalenvloot bestaat uit 14 schuiten.
In het algemeen is de garnalenvisserij dit jaar niet ongunstig. De maand januari wordt grotendeels gebruikt om de schuiten schoon te maken en te repareren. In februari gaan weer allen buitengaats. 34 schuitjes zeilen nu vanuit Veere als thuishaven. De vangst varieert van 3 tot 20 manden per week. De prijs is vrij goed (ƒ 3 tot ƒ 5 per mand). De gemiddelde opbrengst per vaartuig per week is ƒ 37 ofwel ƒ 7,40 per bemanningslid. De gemiddelde besomming is dus aanzienlijk beter dan in 1901 (deze was toen ƒ 24,50).

Op het laatst van oktober wordt weer schardijn op de kust gesignaleerd. Waarschijnlijk met de goede schardijnvangsten in 1901 nog in gedachten gaan in november niet minder dan 119 schuiten op de schardijnvangst. De gemiddelde opbrengst per vaartuig is 100 emmers schardijn per week. De schardijn is bovendien van prima kwaliteit. Dit vormt een uitstekende bijverdienste.
Op de scheepswerf van Cornelis Meerman Jzn is er ook dit jaar weinig bedrijvigheid. Er wordt een nieuwe peilboot gebouwd voor de heer C. Koole (opzichter van het polderbestuur te Vlissingen), een nieuwe hoogaars volgens het zogenaamde lemmermodel voor schipper W. Bom IJsseldijk van Yerseke, een nieuwe roeiboot voor de gemeente Philippine en ‘een nieuw olmbootje’ voor schipper Voerman te Philippine.
Uit de kerkenraadsnotulen van de Hervormde Kerk blijkt, dat er dit jaar slechts drie vergaderingen worden gehouden, te weten op 29 januari, 3 februari en 5 april. De kerkenraad telt drie vacatures: door het overlijden van de ouderlingen Gillis de Nooijer en Willem Meulmeester en het bedanken van diaken Abraham Meerman jr.
In deze vacatures worden gekozen tot ouderlingen Laurens Meerman en Abraham Meerman sr. en tot diaken Willem Vogel.
Uit de jaarrekening van de diaconie over 1901 van boekhouder Kousemaker blijkt, dat er een hoog batig saldo is van ƒ 858,76 (inkomsten ƒ 1.879,35 en uitgaven ƒ 1.020,59). In verband met dit hoge batig saldo wordt besloten de bedeling van de armen te verhogen en een brandkast aan te schaffen ‘om het geld in te bewaren’. Verder wordt nog besloten voortaan, met uitzondering van de gehuwden, niemand tot de belijdenis des geloofs toe te laten tenzij men minstens twee jaar geregeld catechisatieonderwijs heeft ontvangen.
Uit het notulenboek van de kerkvoogdij blijken ook enkele mutaties. Zo wordt Jozias de Rijke stokman. Hubrecht Kraamer bedankt in augustus als koster. Hij ziet zich hiertoe na het overlijden van zijn vrouw ’genoodzaakt’, na dit 28 jaar uit liefhebberij te hebben volbracht, vanwege het huwelijk van zijn dochters die zo vele jaren de kerkwerkzaamheden vooral in de winter hebben waargenomen’. Kraamer heeft nog tal van andere functies zoals secretaris van de kerkvoogdij, gemeentebode, secretaris van de brandweer, gemeente-omroeper, lijkdienaar en klokkenist, terwijl hij ook jarenlang als voorlezer/voorzanger fungeerde. Hij wordt opgevolgd door zijn broer P.J. Kraamer.
Wat betreft de Gereformeerde Kerk kan melding gemaakt worden dat de kerkenraad dit jaar de mogelijkheden onderzoekt om te komen tot de bouw van een nieuw kerkgebouw.
Vanwege zijn benoeming tot gemeentebouwmeester legt J.K. Crucq zijn functie als gemeenteraadslid neer. Als opvolger wordt gekozen zijn jongste broer Frans Crucq, geboren 6 januari 1873 te Arnemuiden. Frans Crucq was de vader van de bij velen nog bekende Johannes Crucq (gehuwd met N. Kousemaker), die woonden in het huisje aan de Langstraat naast de ingang van Te Mortiere, waarin daarvoor wagenmaker Dingenis Kousemaker woonde.
In de raadsvergadering van 24 juni wordt stil gestaan bij het 10-jarig ambtsjubileum van burgemeester Salomon van Eenennaam. Wethouder Davidse ‘brengt de dag in herinnering waarop de jubilaris onder het geklank van honderden feestkreten op indrukwekkende wijze zijn intocht deed’. Voor zijn verdiensten voor Arnemuiden wordt hem hulde gebracht.
De gemeenteraad besluit tot het begrinten van de weg van de Arnebrug naar Kleverskerke en van de weg van de Arnebrug tot de Molenstraat. Het vrachtrijderswerk wordt voor vier jaar opgedragen aan P. van de Broeke. P.J. Kousemaker krijgt toestemming tot het gedeeltelijk afgraven van de Westwal voor de bouw van woningen. Ingestemd wordt met een verzoek van het bestuur van de Vereniging Het Groene Kruis om haar vergaderingen in de raadszaal van het Stadhuis te mogen houden.
Het veer over het Arnekanaal wordt verpacht aan J. Lasoe voor een pachtsom van ƒ 430 per jaar. Tot nu toe werd het veer verpacht aan de weduwe Neeltje de Munck - Molhoek. Lasoe begint later in het veerhuis ook een café.

Door enkele raadsleden wordt opgemerkt dat het goed zou zijn indien sommige gedeelten van de wal werden afgestoken (door de jaarlijkse aanvoer van koolas hoopt de weg op de wal zich maar op’).
In de raadsvergadering van 21 juli wordt weer geklaagd over het straatrumoer in de nacht van vrijdag op zaterdag. De burgemeester zegt toe naar vermogen te zullen streven naar afdoende maatregelen.
Benoemd worden L. Maartense (de assistent-keurmeester) tot keurmeester als opvolger van J. Dronkers (deze was ook gemeenteveldwachter), tot assistent-keurmeester H. Kasteleijn en tot havenmeester J. Jobse.
