De garnalenvisserij heeft dit jaar een zeer wisselend verloop.
Eerst laat het jaar zich ongunstig aanzien. Na het voorjaar wordt de visserij goed, terwijl het in het najaar weer slecht wordt. De Arnemuidse vissers doen dit jaar goede zaken. De vangst is ruim. Dat de vissers veel geld verdienen komt omdat ze van begin juni tot eind augustus in de Noordzee vissen inplaats van in de zeegaten. Daar vangen ze veel en grote garnalen, die te Londen voor hoge prijzen verkocht worden. Juist in deze tijd zijn onder de Engelse kust geen verkoopbare garnalen te vangen. De Arnemuidse vloot bestaat dit jaar uit 28 schepen, die van Vlissingen uit 6.

De hoogaars ARM 29 wordt de Westerhaven van Vlissingen binnengeroeid.
De hoogaars ARM 29 wordt de Westerhaven van Vlissingen binnengeroeid.

Op de scheepswerf van de Gebroeders Meerman worden dit jaar - naast al het onderhouds- en reparatiewerk van de vissersvloot - nieuwe hoogaarzen gebouwd voor schipper Johannes Maas te Bergen op Zoom en schipper Willem Maas te Bergen op Zoom, terwijl begonnen wordt met de bouw van een nieuwe peilboot voor de Vlietepolder te Kamperland.

Het gelukt dit jaar eindelijk een huisarts aan te trekken. In de raadsvergadering van 3 mei wordt benoemd tot genees-, heel- en verloskundige dokter Dirk Karei Munting uit Beekbergen. Munting biedt zich aan in een gesprek met burgemeester Crucq en vertelt hem dat hij een vriend en academiekennis van de in Arnemuiden welbekende dr. J.C. de Man uit Middelburg is. Bij deze kunnen inlichtingen ingewonnen worden. Burgemeester Crucq brengt de volgende dag reeds een bezoek aan dr. De Man om informatie over Munting in te winnen. Bij afwezigheid van de dokter zelf spreekt hij mevrouw De Man. Deze verklaart ‘dat Munting een fatsoenlijk man is op wiens gedrag ze niets weet aan te merken’.

Dit jaar wordt breedvoerig gesproken over de eventuele bouw van een nieuwe gemeenteschool. Aanvankelijk wordt door de gemeenteraad bezwaar gemaakt tegen de hoge kosten die uit nieuwbouw zullen voortvloeien. Deze worden geschat op ƒ 16.000. Besloten wordt bij de Minister van Binnenlandse Zaken pogingen aan te wenden om een subsidie uit ’s Rijks kas te verkrijgen. De Minister antwoordt dat hij een subsidieverzoek pas in overweging wil nemen als er een behoorlijk plan, bestek en begroting wordt ingediend. Aannemer J.K. Crucq krijgt nu opdracht een plan te maken. Na beraad deelt Crucq mee, dat hij het plan met het oog op de omvang van dit werk wenst op te stellen in overleg met architect L. Kuiler uit Middelburg. Het ontwerp wordt door de heer Kuiler in de raadsvergadering van 20 mei toegelicht. De kosten worden geraamd op ƒ 22.000. De plannen worden met een verzoek om subsidie ingezonden bij het ministerie.

De hulponderwijzer J. de Meijer vraagt ontslag wegens een benoeming te Aardenburg. In zijn plaats wordt benoemd C.J. Timmermans. Deze vertrekt eind 1881 reeds. Tot zijn opvolger wordt benoemd J. Noom.

Ook de gemeenteveldwachter/havenmeester F.J. Dozel neemt ontslag per 15 februari. Tot zijn opvolger in beide functies wordt per 1 maart benoemd Johannis Dronkers. Tijdens de vacature neemt de rijksveldwachter A.H. de Smidt waar. In september wordt besloten de nieuwe gemeenteveldwachter ‘die zich in alle opzichten zo goed van zijn plicht kwijt en bij zijn niet al te hoge bezoldiging een groot gezin heeft’ jaarlijks een gratificatie te geven.

Besloten wordt het voetpad op de Veerse dijk (het huidige Schuttershof) te verbreden, zodat er ook met voertuigen over gereden kan worden. De belanghebbenden moeten dit pad ‘met steengruis beleggen, waarna het door de gemeente met koolas zal worden overdekt’.
Er wordt ook een voetpad aangelegd ‘over de strook grond gelegen in de Clasinapolder tussen de houwer- en havendijken ten noorden van de spoorweg tot aan de waterplas’. Dit zal het zgn. zwarte padje geweest zijn, dat in de vijftiger jaren voor zo’n schitterende wandeling zorgde naar de zeedijk van het Veerse Gat.

Besloten wordt ook - ter uitvoering van de overeenkomst tussen Jhr. Radermacher Schorer en de gemeente - een voetpad aan te leggen ‘op de zuidzijde van de parallelweg tussen de Veerse dijk en de dijk van de Clasinapolder’.

De burgemeester deelt de gemeenteraad mee, dat de tegenwoordige gevangenis onder de vloer van de achterkamer van het (16 jaar oude) stadhuis wegens zijn ondiepte en lage ingang ongeschikt blijkt te zijn voor tijdelijke opsluiting van personen. In verband hiermee wordt een ander vertrek van het gemeentehuis voor gevangenis bestemd, waarvan de ingang naar de buitenzijde wordt verplaatst.

Als gevolg van het overlijden van de brandmeester, de timmerman A.C. Kraamer, wordt tot zijn opvolger benoemd de huidige onderbrandmeester J.K. Crucq (ook timmerman). Als nieuwe onderbrandmeester wordt benoemd J. Buijs, eveneens timmerman.

In de Hervormde Kerk worden dit jaar achtereenvolgens beroepen uitgebracht op ds. B. Lütge te Zuilen, de oud-predikant ds. J.M. Rutte te Genemuiden en ds. J.C. Montijn te Zierikzee. Door het bedanken van ouderling J.L. de Troye en het overlijden van ouderling S. Koets zijn er twee vacatures in de kerkenraad. Na vruchteloze pogingen om in de vacatures te voorzien wordt besloten thans eerst de uitslag van de 10-jaarlijkse verkiezing af te wachten, alvorens de vacatures te vervullen en een predikant te beroepen. Bij deze 10-jaarlijkse verkiezing wordt door de stemgerechtigde leden gekozen tussen verkiezing van de ambtsdragers en beroeping van een predikant door een kiescollege of door de kerkenraad. Deze verkiezing vindt plaats op 26 maart. Van de 238 stemgerechtigden verschijnen er slechts 29 voor het stembureau. Hiervan stemmen er 26 voor verkiezing door de kerkenraad. Als gevolg hiervan wordt het kiescollege ontbonden. Sedertdien is nimmer meer een kiescollege ingesteld. Uit de notulenboeken blijkt duidelijk welk een omslachtige procedure gevolgd moest worden met zo’n kiescollege bij het beroepen van predikanten en het verkiezen van ouderlingen en diakenen.
Nu wordt door de kerkenraad tot ouderling gekozen N. Cornelisse. Deze zal in 1888 overgaan naar de zgn. dolerende kerk en daar ouderling worden in de eerste kerkenraad.
De ontvanger van de armenkas P. Kwekkeboom doet rekening en verantwoording van de diaconie over 1879. Hieruit blijkt een positief saldo van ƒ 188,34. Bij monde van de consulent ontvangt de heer Kwekkeboom de dank van de vergadering voor zijn nauwkeurige en goede administratie. Tevens wordt hem dank gezegd ‘voor de ijverige bemoeienis, door hem in het werk gesteld om de nood van huisgezinnen die door een zeeramp van hun hoofd zijn beroofd, door het inzamelen van liefdegiften te verlichten’.

Het Classicaal Bestuur geeft in mei het advies ‘om bij wijze van proef voor één predikantsberoeping een tijdelijke combinatie met de kleine vacante gemeente te Kleverskerke in overweging te nemen om alzo aan de sedert zo lange tijd in de beide gemeenten bestaande vacatures een einde te maken’. De kerkenraad schrijft het classicaal bestuur dat het geopperde denkbeeld zelfs niet in overweging kan worden genomen, omdat de kerkenraad van Kleverskerke inmiddels een beroep heeft uitgebracht en die van Arnemuiden het deze vergadering doet.
Verder wordt duidelijk gemaakt dat het voorstel ook op onoverkomelijke bezwaren zou stuiten met name bij de lidmaten, vooral nu het kiescollege niet meer bestaat.
De penningmeester van de kerkvoogdij A.C. Kraamer (zoals hiervoor vermeld was hij ook hoofd van de brandweer) overlijdt dit jaar en wordt opgevolgd door de zoon van de presidentkerkvoogd J.L. de Troye.