Ook 1911 staat bekend als een goed jaar voor de visserij. De Arnemuidse vissersvloot bestaat thans uit 47 schuiten voor de garnalenvangst met in totaal 188 bemanningsleden. De Vlissingse vloot telt 19 schuiten, waarvan 17 voor de garnalenvangst. Veere heeft 3 schuiten. De Arnemuidse vloot is zich weer duidelijk aan het herstellen. Ook het totaal aantal schepen van de Zeeuwse vissersvloot groeit weer (142 schuiten; in 1909 135).
Drie nieuwe ARM-hoogaarzen worden in de vaart genomen. Eén is gebouwd op de werf van Meerman, één (een jachthoogaars voor de gebroeders Grootjans) op de werf van De Klerk te Kruispolder en één op een werf te Tholen.
De hoogaars ARM 31 (van 25 m3) van Joost Meerman wordt verkocht naar Vlissingen. Uit Brouwershaven wordt een hoogaars gekocht door een Arnemuidse visser.

Op 7 september vergaat als gevolg van een aanvaring door een Franse stoomboot de hoogaars ARM 27 van R. Schroevers. Het schip gaat verloren; de bemanning wordt gered. De schipper krijgt een schadevergoeding van ƒ 2.200.

De garnalenvissers van Arnemuiden vangen dit jaar als bijvangst meer schar dan vorige jaren, soms wel 20 à 30 kilo per dag. Deze wordt dan in de haven verkocht aan opkopers. Dit levert een goede bijverdienste op. De schardijnvangst levert dit jaar niets op.

Op de vismarkt te Vlissingen wachten de visleursters op de aankomst van de visschuiten om de bijvangst op te kopen.
Op de vismarkt te Vlissingen wachten de visleursters op de aankomst van de visschuiten om de bijvangst op te kopen.

De garnalenvangst is dit jaar alleszins redelijk. Wel is de lage Engelse marktprijs ook nu zeer nadelig voor de vissers. Niettegenstaande dat is de verdienste per bemanningslid van de ongeveer 11 in Veere liggende schuiten ƒ 6 per week en die voor de in Vlissingen liggende 36 schuiten ƒ 8,25 per week. Vanaf half november liggen de garnalenvissers aan de wal, omdat de garnalen dan weggetrokken zijn. Getracht wordt de garnalen ook af te zetten aan vaste afnemers in België, die 15 cent per kilo geven.

In de Staatscourant van 20 juli zijn de Statuten opgenomen van de N.V. Zeeuwsche Garnalen- en Vischhandel te Arnemuiden. Het doel van de N.V. is ‘de uitoefening der zeevisserij in haar volle omvang, te kweken, te conserveren en de in- en verkoop van vis, week- en schaaldieren, het kopen, huren, doen bouwen, verhuren en in exploitatie brengen van voer- en vaartuigen en inrichtingen ten dienste van de visserij...’. Het kapitaal van de N.V. is ƒ 12.000, verdeeld in aandelen van ƒ 500.
Tot directeur wordt benoemd de heer W.A. Pelle uit Vlissingen. Het bedrijf is gevestigd in het gebouw, staande aan het oosteinde van het Schorretje. Al na enkele maanden, in december, wordt het bedrijf voor de tweede keer opgeheven. In 1913 wordt er toch weer opnieuw een start mee gemaakt.

Op de vismarkt te Vlissingen wachten de visleursters op de aankomst van de visschuiten om de bijvangst op te kopen.

In zijn nieuwjaarstoespraak tijdens de eerste raadsvergadering op 7 februari merkt burgemeester Lantsheer op dat wethouder D. Davidse vanwege ernstige ziekte afwezig is en door een ongeneeslijke kwaal is aangetast. Hij ‘heeft Davidse leren kennen als een rechtschapen man en prijst in hem de onbevangenheid waarmee hij was bezield, waar het gold de behartiging van de belangen van de gemeente en de ingezetenen’. Raadslid H. van Eenennaam wordt benoemd tot tijdelijk wethouder. Kort daarop, in maart, overlijdt wethouder Davidse. Tot nieuw raadslid wordt gekozen Jacob Pouwer, geboren in 1871 te Grijpskerke (hij is ook diaken van de Gereformeerde Kerk). Tot wethouder wordt gekozen de 73-jarige Hubrecht van Eenennaam.
Verder gedenkt de voorzitter de geleden ernstige verliezen door twee leden van de raad in het begin van het jaar.
De voorzitter wordt dank gebracht ‘voor zijn goede leiding en dat de huishoudelijke geest van vroeger niet uit de raadsvergaderingen is geweken’.

Op 1 oktober vertrekt gemeentesecretaris L. Wabeke naar Terneuzen. Hij is daar benoemd tot gemeentesecretaris. De gemeenteraad wenst hem geluk met deze eervolle promotie en roemt Wabeke om zijn steun en samenwerking.
Naar het secretarisambt solliciteren twintig personen. Op de aanbeveling worden geplaatst: 1. mr. H.F. Lantsheer, burgemeester, en 2. H. de Haas van Dorssen, 1e ambtenaar ter secretarie van Boskoop. Mr. Lantsheer wordt per 1 december - naast zijn burgemeestersambt - benoemd tot secretaris. De indruk wordt gewekt dat de burgemeester deze dubbelfunctie ambieert om enerzijds ervaring op te doen in de gemeenteadministratie en anderzijds om de weg te effenen voor de veelbelovende klerk ter secretarie F. Blok. Blok zal later secretaris en zelfs burgemeester van Arnemuiden worden.

In september zijn beide wethouders (H. van Eenennaam en B. Franse) periodiek aftredend. H. van Eenennaam wordt met 7 stemmen herbenoemd. B. Franse wordt echter gepasseerd. In zijn plaats wordt tot wethouder gekozen J. Wisse. Franse merkt op te hopen ‘op de gevoerde actie geen reactie te doen volgen’.

De burgemeester meldt dat er binnenkort behoefte zal zijn aan grafruimte. Hij stelt voor het achterste deel van de begraafplaats te roeren inplaats van over te gaan tot uitbreiding. Het college wordt gemachtigd om op het achterste deel één kindergraf te roeren. De raadsleden worden in de gelegenheid gesteld zich persoonlijk te overtuigen of het roeren verantwoord is.

Begin dit jaar wordt de aandacht gevestigd op de onbruikbaarheid van de pomp op de Markt. Tijdens de grote droogte deze zomer wordt de wenselijkheid uitgesproken de pomp iedere maandagmorgen een paar uur voor het publiek open te stellen. Dit idee vindt echter geen bijval.

De burgemeester weet de gemeenteraad eindelijk te overtuigen van de dringende noodzaak tot het aanleggen van deugdelijke bestrating in de gemeente. De meeste straten zijn onverhard of voorzien van keien. Er wordt nu met algemene stemmen besloten geld uit te trekken voor straatverharding en de aanleg van trottoirs in gedeelten van de Langstraat en de Nieuwstraat.
Ook wordt besloten tot het verbeteren en uitbreiden van de riolering in de Molenstraat. Op verzoek van enige ingezetenen wordt de straatverlichting op de Westwal uitgebreid.
Frans Bliek en anderen vragen om verbetering van de waterafvoer van ‘de zogenaamde drogerij’ in het Christiaanpoldertje. Besloten wordt ter plaatse riolering te leggen.

In augustus vraagt dokter Van der Bijl of hij een nieuw doktershuis mag laten bouwen aan het Stationsplein. Hij wil zelf hier ƒ 2.000 aan bijdragen. De gemeenteraad besluit op 13 oktober voor ƒ 4.000, de helft van de bouwkosten, bij te dragen.

In verband met de bouw van het doktershuis wordt aan de Staatsspoorwegen een subsidie verleend voor ‘het dempen van het gat in het Stationsplein voor ƒ 300’. Vermoedelijk is dit een overblijfsel van de oude veste.

De gemeente-veldwachter Kievit krijgt een bijdrage van ƒ 5 per jaar voor het onderhoud van z’n rijwiel. Raadslid S. van Eenennaam ‘kan zeer goed met het voorstel medegaan, maar zou gaarne zien dat het rijwiel niet door de zoon van de veldwachter werd bereden’. Aandacht wordt besteed aan de toegang tot het Oude Gat ten behoeve van het waterhalen. In dit verband wordt ook geïnformeerd naar de voorziening in de behoefte aan drinkwater, dit vanwege de grote droogte deze zomer. De burgemeester antwoordt dat thans 10.000 liter drinkwater is besteld bij de waterleidingmaatschappij te Bergen op Zoom. De verkoop daarvan zal geschieden tegen twee cent per emmer. Vanuit de gemeenteraad wordt gevraagd of het mogelijk kan zijn dat het Oude Gat besmet is doordat A. Vader water geschept heeft met emmers, gebruikt bij de behandeling van aan mond- en klauwzeer lijdende koeien.

Uit het notulenboek van de kerkenraad van de Hervormde kerk vermelden we nog de volgende bijzonderheden. Na het bedanken voor het op hem uitgebrachte beroep door ds. J.P. Paauwe te Bennekom worden dit jaar achtereenvolgens beroepen uitgebracht op ds. N.C. Bakker te Kesteren, ds. F. de Gidts te Goedereede, ds. A. van der Sluis te Huizen, ds. J.C. Trillaard te Aalburg, Wijk en Heesbeen, kandidaat A.H.J.G. van Voorthuizen te Ede en ds. L.G. Bolkestein te Kortgene.

De kerkenraad bestaat aan het einde van 1911 uit de ouderlingen Robbert Schroevers, Aart van de Gruiter, Albert Goverse en Cornelis Meijers en de diakenen Joos van Belzen Janzn, Jan van Belzen Danzn, Cornelis van Waarde en Dingenis Kousemaker.
De kerkenraad verzoekt de consulent ds. Van Empel te Middelburg op Goede Vrijdag te komen preken.
Vermeldenswaard is hetgeen in de notulen wordt vermeld aan het einde van de kerkenraadsvergadering op zaterdagavond 30 september: ‘Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met dankzegging en de bede om bewaring voor allen, die in deze stormachtige nacht in nood verkeren’.

In de vergadering van 28 januari opent ouderling Robbert Schroevers een bespreking ‘over de boze geruchten die in de gemeente rondgaan naar aanleiding van de lichtbeeldenavond in de christelijke bewaarschool en stelt voor aan de voorzitter van het bestuur der bewaarschool een ernstig schrijven te richten, indien deze geruchten waar blijken te zijn, hetgeen wordt goedgevonden’.

In het voorjaar vindt weer de 10-jaarlijkse stemming plaats over het recht van benoeming van kerkenraadsleden en het beroepen van een predikant: door de kerkenraad of door een kiescollege. Er worden 146 stemmen uitgebracht: 108 vóór verkiezing door de kerkenraad en 38 door een kiescollege.