Voor het wel en wee in de gemeente gedurende dit oorlogsjaar kan niet worden geput uit het notulenboek van de gemeenteraad. Deze is door de Duitse bezetter opgeheven. De Duitsers hebben het bestuur van de gemeente thans feitelijk in handen.Op 31 december 1942 telt de vissersvloot nog 38 schuiten, bestemd voor de garnalenvangst, met in totaal 380 m3 en 152 bemanningsleden. Die van Vlissingen heeft nog 22 schuiten, waarvan 13 voor de garnalenvisserij. In de vloot komen dit jaar twee wijzigingen voor. Jan Siereveld neemt een schip uit Vlissingen over als ARM 3 en G. Meerman doet zijn schuitje, de ARM 44, over naar Veere.

In 1942 zijn er opnieuw buitengewoon goede schardijnvangsten. De garnalenvissers hebben daardoor weer een zeer gunstig jaar, niet zo zeer door de vangst en de prijzen van de garnalen, maar door de hoge schardijnvangsten in het najaar met de kuil. De gevangen schardijn wordt doorgaans tijdens het vissen al opgehaald door de erkende opkopers. De schardijnvangst vergoedt ruimschoots het feit, dat de vissers vanwege de vorst dit jaar pas begin maart voor het eerst kunnen uitvaren.

Voor veel vissers zijn echter na 1942 de ’vette’ jaren voorbij. Een zeer donkere bladzijde in de geschiedenis van de Arnemuidse vissersvloot breekt aan. In de jaren 1943 en 1944 worden vrijwel alle vissersschepen door de Duitse bezetter gevorderd. Vele komen na 1945 niet terug. Daardoor moet na de oorlog een geheel nieuwe vloot worden opgebouwd.

Voor het wel en wee in de gemeente gedurende dit oorlogsjaar kan niet worden geput uit het notulenboek van de gemeenteraad. Deze is door de Duitse bezetter opgeheven. De Duitsers hebben het bestuur van de gemeente thans feitelijk in handen.

 

Duitse soldaten op de Markt en op de Zuidwal.
Duitse soldaten op de Markt en op de Zuidwal.

Op zondag 18 januari wordt in de Hervormde Kerk een nieuw kerkorgel in gebruik genomen. In deze dienst heeft Ds. H.K. van Wingerden tot tekst 2 Timotheus 4 vers 7 en 8. Het orgel wordt ingespeeld door de bekende organist Jan Rijn. Het nieuwe kerkorgel vervangt het 145 jaar oude, destijds door de ambachtsheer Jhr. Radermacher Schorer geschonken salonpijporgel. Zowel in 1919 als in 1923 moest het ingrijpend  worden gerestaureerd. Voor de aanschaf van het nieuwe orgel werd in 1937 een orgelfonds opgericht. Het door de firma Spiering uit Dordrecht geplaatste orgel heeft een frontbreedte van 6 meter en bestaat uit 2 manualen en 1 pedaal. Het heeft 20 registers.

Na een zeer kort verblijf te Arnemuiden neemt ds. Van Wingerden in maart een beroep aan naar de Hervormde gemeente te ’s Grevelduin Capelle. In mei wordt afscheid genomen. Consulent wordt ds. J.H. Gijmink. De voor de zondagse kerkdiensten uit te nodigen predikanten zullen logeren bij ouderling Kievit ’mits men hem met distributiemiddelen wil bijstaan’. Besloten wordt ‘liever een predikant te beroepen, maar een goede kandidaat niet uit te schakelen’.

Het beroepingswerk wordt voortvarend ter hand genomen. Eind maart gaat een hoorcommissie (ouderling Den Hollander en diaken W. van Belzen) naar IJzendoorn, waar ds. Mulder wordt beluisterd. Deze voldoet kennelijk niet aan de verwachtingen. De commissie logeert daartoe bij ds. J.T. Doornenbal te Kesteren. Spontaan wordt een toezegging van beroep op ds. Doornenbal uitgebracht. Hoewel de in Arnemuiden zo zeer bekende ds. Doornenbal Arnemuiden zijn ’tweede gemeente’ noemde, bedankt hij (ook voor de in latere jaren diverse keren op hem uitgebrachte beroepen). Ook wordt nog beroepen ds. Sonnenberg te Molenaarsgraaf. In mei ’doen de broeders Joosse en Poortvliet verslag van hun tocht naar Leerbroek en stellen voor ds. J.H. Cirkel te beroepen daar zijn prediking en gebed de broeders zeer hebben toegesproken’. Ook hij bedankt. In juni brengen de broeders Kievit en W. van Belzen verslag uit van de prediking die zij in Middelburg gehoord hebben van drs. J.C. Hooykaas uit Benschop. Met algemene stemmen wordt hij beroepen. Deze neemt het beroep aan.

Op 11 augustus opent de consulent de vergadering en heet de leden in deze ernstige tijd hartelijk welkom, leest psalm 121 en gaat voor in gebed. Hierna komt de vraag aan de orde wat moet geschieden nu de broeders ouderlingen Van de Gruiter, Kievit en Den Hollander hebben moeten evacueren, zodat broeder Joosse als enige ouderling is overgebleven. Besloten wordt de kerkenraad uit te breiden met twee ouderlingen. Alle gekozenen bedanken echter. De consulent stelt daarop pogingen in het werk broeder Van de Gruiter terug te krijgen. Dit gelukt echter niet. Uiteindelijk neemt Blaas Ventevogel zijn verkiezing tot ouderling aan. Diaken Boone bedankt in december.

In december wordt ds. J.C. Hooykaas in de kerkenraad welkom geheten. Het kerkelijk archief, in bewaring gegeven bij ouderling Joosse, wordt aan hem overgedragen. Met de komst van ds. Hooykaas begint een donkere bladzijde in de geschiedenis van de Hervormde Kerk van Arnemuiden.

Ook een donkere bladzijde voor de scheepswerf.
Ook een donkere bladzijde voor de scheepswerf.