In zijn jaarverslag tijdens de eerste raadsvergadering van het nieuwe jaar memoreert burgemeester Lantsheer de goede geest tijdens de vorig jaar gehouden vijftien raadsvergaderingen. De gemeente is voor grote rampen gespaard. De toestand in de landbouw en visserij was gunstig. Het aantal inwoners bleef gelijk. Er werden belangrijke besluiten genomen o.a. voor de bouw van de nieuwe dokterswoning.

Per 1 januari treedt burgemeester mr. M.F. Lantsheer in functie als gemeentesecretaris. Tot klerk ter secretarie wordt benoemd de heer F. Blok. Blok zal het secretarisambt begin 1913 van de burgemeester overnemen. In 1918 volgt hij mr. Lantsheer op als burgemeester van Arnemuiden.

Op het in 1889 gedempte stuk vest wordt in 1912 de nieuwe dokterswoning aan het Stationsplein gebouwd. Aan het profiel van de achtertuin van de dokterswoning is lange tijd te zien geweest dat hier voorheen een gedeelte van de Arnemuidse vest lag. In oktober gaat de gemeenteraad op uitnodiging van dokter Van der Bijl de nieuwe dokterswoning bezichtigen.

De nieuwe dokterswoning, gebouwd op een gedeelte van de gedempte vest. Hierin woont dokter W.F.Th. van der Bijl.
De nieuwe dokterswoning, gebouwd op een gedeelte van de gedempte vest. Hierin woont dokter W.F.Th. van der Bijl.

De gemeenteraad besluit de oude dokterswoning aan de Langstraat publiek te verkopen. Met de opbrengst van het oude doktershuis wordt het plafond in de raadszaal gerestaureerd en een vloer op de zolder van het gemeentehuis gelegd.

In de raadsvergadering van maart wordt besloten de oude begraafplaats (deze lag tussen de huidige ‘oude’  begraafplaats en de openbare school) uit te breiden. De burgemeester zou liever zien dat een gedeelte van de oude begraafplaats geruimd werd, zodat deze weer opnieuw in gebruik kan worden genomen.
Raadslid Salomon van Eenennaam is er tegen om in de oude begraafplaats te roeren. Hij gelooft dat het merendeel van de bevolking daar ook bezwaar tegen zou hebben. Raadslid Franse wijst er echter op ‘dat de bevolking wel eigenaardig is, maar men moet toch ook aan de toekomst denken. De inwoners zullen de financiële kant van een nieuwe begraafplaats wel voelen. Waar in de oude begraafplaats gedeelten aanwezig zijn waar vóór 80 jaar is begraven, heeft hij geen bezwaar deze weer voor dit doel te bestemmen’. Met de stemmen van de raadsleden Franse en Crucq tegen wordt niettemin besloten om toch tot uitbreiding (en dus niet tot ruiming van de graven op de oude begraafplaats) over te gaan. Deze uitbreiding betreft dus de huidige ‘oude’ begraafplaats aan de Nieuwlandseweg. Gedeputeerde Staten geven toestemming voor het afgraven van het als nieuwe begraafplaats te gebruiken gedeelte van de dijk tussen de Clasinapolder en de voormalige Arnemuidse haven.

In de raadsvergadering van april wordt het belangrijke besluit genomen om de gemeente aan te sluiten op het gasnet. Met algemene stemmen wordt besloten aan de Imperial Continental Gas Association te Londen concessie te verlenen tot het leggen van buizen voor gas in de gemeente en de straatverlichting op het gasnet aan te sluiten. In november en december wordt in de gemeente het gas aangelegd. Het wordt vanuit Vlissingen aangevoerd. Het is een historische gebeurtenis als met kerstdag voor het eerst de gasverlichting brandt.
Tot nu toe stonden er slechts enkele lantaarns met petroleumverlichting in de straten. Bij het vallen van de avond werden deze door de gemeentewerkman aangestoken. Bij de aanleg van de gasverlichting wordt het aantal straatlantaarns uitgebreid (o.a. in het Roomsche straatje, op de weg naar Middelburg en op de Veersche dijk).

Een gaslantaarn op de hoek van de Nieuwstraat/Westdijkstraat. De Nieuwstraat is op de foto nog voorzien van keibestrating. Dit jaar wordt deze vernieuwd door klinkers.
Een gaslantaarn op de hoek van de Nieuwstraat/Westdijkstraat.
De Nieuwstraat is op de foto nog voorzien van keibestrating. Dit jaar wordt deze vernieuwd door klinkers.

In oktober heeft de burgemeester voldoende geldmiddelen bij elkaar weten te brengen voor de restauratie van de schilderijen in de raadszaal. Deze zullen nu naar het Rijksmuseum te Amsterdam worden gebracht om daar gerestaureerd te worden. Melding wordt gemaakt dat ook Jhr. F.H. Schorer te Utrecht een bedrag van ƒ 40 voor dit doel heeft geschonken. De helft van de restauratiekosten (ƒ 75) kan daardoor gedekt worden uit particuliere giften; de andere helft legt de gemeenteraad ernaast. De gemeenteraad brengt hulde aan de burgemeester voor zijn bemoeienissen om het geld bijeen te krijgen.

In de raadsvergadering van november zegt de voorzitter dat het hem genoegen doet de raad voor de eerste maal vergaderd te zien in de zo mooi gerestaureerde raadszaal. Hij spreekt zijn tevredenheid uit over de uitvoering. De gemeenteraad is het daar roerend mee eens en besluit om ook een krediet beschikbaar te stellen voor het herstel van alle stoelen in het gemeentehuis, de aanschaf van een nieuw tafelkleed voor de tafel in de raadszaal en een loper voor onder deze tafel.

Aan het einde van het jaar vraagt burgemeester Lantsheer ontslag als gemeentesecretaris met ingang van 1 februari 1913. Hij dankt de gemeenteraad dat men hem een jaar geleden benoemde. Daardoor is hij op de hoogte gekomen van vele zaken betreffende de gemeenteadministratie. Wegens persoonlijke redenen kan hij de gecombineerde functie van burgemeester en secretaris niet langer waarnemen. Op voorstel van het college wordt nu de heer Frans Blok benoemd tot gemeentesecretaris.

Vermeldenswaard zijn nog de volgende raadsbesluiten in het belang van de ontwikkeling van de gemeente. Ingestemd wordt met de bouw van een ambtswoning voor het nieuwe hoofd van de christelijke lagere school aan de Roomsche (School) straat. De verbetering van de straten wordt met kracht voortgezet. Besloten wordt om de keibestrating uit de Nieuwstraat te verwijderen en daarmee de Zuidwal te bestraten. De Nieuwstraat zal worden voorzien van een nieuwe klinkerbestrating. Het algemene gevoelen van de gemeenteraad is dat dit een zeer grote verbetering zal zijn. Tevens wordt een bedrag van ƒ 7.000 uitgetrokken voor een betere verbindingsweg tussen Arnemuiden en Kleverskerke.
Uit de raad wordt gewezen op de slechte toestand van de straten, die door de aanleg van de gasverlichting lange tijd opgebroken hebben gelegen, terwijl de herbestrating zeer langzaam gaat. Burgemeester Lantsheer wijt dit aan het gebrek aan werklieden en zand. Hoe slecht de straten en wegen erbij liggen blijkt wel uit de klacht van raadslid Jobse over de toestand van de weg op de wal. De burgemeester zegt dat dit komt ‘omdat de voorraad koolas beperkt is’ (de verharding vindt plaats door het storten van as uit de haarden en kachels op deze weg).

De onderwijzer Th.A. Overtveld van de openbare school neemt per 1 januari 1913 ontslag. Na verscheidene vruchteloze pogingen kan per 1 april 1913 de heer J.P. Bode uit Lekkerkerk worden benoemd.

Het aantal vissersschepen voor de garnalenvangst is nu 43. De ARM 19 van Joost Dingemanse wordt verkocht.
Een nieuwe ARM 19 wordt in gebruik genomen door C. van de Ketterij. Ook een ARM 27 wordt in de vaart genomen door Adriaan Brunke. Joh. Kusse neemt een ARM 37 in gebruik, een platbodem, waarmee enkel op bot gevist wordt. De Vlissingse vloot bestaat uit 17 schuiten voor de garnalenvangst en 2 voor de platvisvangst. Veere telt 3 garnalenschuiten en 9 schepen voor de mosselvangst. De Zeeuwse garnalenvloot telt dit jaar 137 schuiten (in 1903 was dit aantal nog 157).

In het algemeen is de visserij dit jaar niet zo gunstig als in 1911. Als oorzaak kan o.a. de koude zomer worden genoemd. De schardijn biedt nauwelijks een bijverdienste. Ook is (in tegenstelling tot 1911) de scharvangst gering. In de maanden mei, juni en juli vangt men gemiddeld 20 kilo schar per dag.
Vanuit Veere gaan zo’n 9 schuiten uit Arnemuiden en Veere op de garnalenvangst in de Roompot en het Veergat. Men vangt gemiddeld 1 á 2 manden per dag tegen een prijs van ƒ 5,50 á ƒ 6,—. Vanuit Vlissingen varen zo’n 50 schuiten buitengaats, waaronder 32 uit Arnemuiden en 14 uit Vlissingen. Later in het jaar groeit deze vloot aan tot 36 Arnemuidenaars, 15 Vlissingers en 14 Bressiaanders. Dit jaar worden er veel garnalen door Frankrijk gekocht. Daardoor worden de prijzen uit Engeland ook weer hoger. In 1912 wordt 858.805 kg (in 1911 was dit 1.079.404 kg) garnalen naar Engeland verzonden.

Wat betreft de Hervormde Kerk kunnen de volgende bijzonderheden worden vermeld.
In de kerkenraadsvergadering van 23 januari wordt beroepen kandidaat G.A. Pott. Deze neemt het beroep aan.
Op 2 juni doet de 28-jarige kandidaat Gerrit Andries Pott uit Zetten intrede. Hij is geboren 8 september 1886 te Valburg. Hij vertrekt reeds op 6 september 1914 naar Leerbroek en van daar in 1917 naar Oud Beijerland, in 1924 naar Bodegraven en in 1929 naar Kralingen. Zijn zoon is jarenlang burgemeester van Opheusden en Kesteren geweest. Op 3 juni wordt het kerkelijk archief door de consulent aan ds. Pott overgedragen.

Door de kerkenraad wordt gesproken over het instellen van een bid- en dankdag voor het gewas. Er wordt nog geen besluit over genomen. Ook wordt gehandeld over de inrichting van een eventueel aan te kopen huis als diaconie-armhuis voor de verpleging van oude armen, die geheel ten laste van de armbesturen komen. In beginsel zijn allen het er mee eens. Men acht het eerstdaags leegkomende doktershuis van dokter Van der Bijl aan de Langstraat geschikt. Echter dit zal veel geld kosten, wat boven de krachten van de diaconie uitgaat.
Aan het gemeentebestuur wordt een brief geschreven met vermelding ‘van de goede wil van de kerkenraad en het verzoek om voorlichting en hulp hierbij en de krachtige steun van het burgerlijk armbestuur’.
De gemeenteraad is echter van oordeel dat de woning niet beneden de waarde verkocht dient te worden. Men vindt dat de diaconie zelf wel kan kopen. Ook vindt de raad de oude dokterswoning ongeschikt voor het door de kerkenraad beoogde doel.

In de kerkenraadsvergadering van 15 juni komt de brief van het gemeentebestuur ter tafel met zeer bezwarende bepalingen voor de diaconie bij mogelijke aankoop van het voormalige doktershuis. De kerkenraad besluit daarop enigszins verstoord van aankoop af te zien.

In september besluit de kerkvoogdij het orgel te laten nazien en stemmen, de frontpijpen te polijsten en de kast te vernissen door de firma Wagenaar uit Middelburg voor ƒ 175. Hiervoor wordt een royale gift ontvangen van ambachtsheer Jhr. mr. Radermacher Schorer.
Bij het schoonmaken van de orgelkast treft men een reep papier aan waarop geschreven is: ‘fesit par Lovis de Baecker tot Middelburg anno 1778’.