Op 31 januari overlijdt burgemeester (tevens gemeentesecretaris) Christiaan Johannes Crucq op de leeftijd van 65 jaar. Evenals zijn grootvader Christiaan Crucq (1761-1827) was hij vele jaren burgemeester van Arnemuiden (vanaf 1871, daarvoor was hij vanaf 1867 gemeentesecretaris). Zijn grootvader Christiaan was een broer van Johannes Crucq (1764-1827), timmermansbaas en grondlegger van het timmermansbedrijf J.K. Crucq gedurende verscheidene generaties.

In de vergadering van de gemeenteraad van 18 januari is burgemeester Crucq nog aanwezig en neemt intensief deel aan de beraadslagingen. Op 17 februari opent wethouder A. Boogert als loco-burgemeester de raadsvergadering ‘met een kort, hartelijk woord, dat hij deze ambtelijke plicht met diep leedwezen vervult, met het oog op het overlijden van den geachte burgemeester Crucq. Een man, waaraan de gemeente Arnemuiden zoveel in alle opzichten verliest. Hij gelooft dan ook in den geest der vergadering te spreken wanneer hij openlijk hulde brengt aan de grote verdienste van de burgemeester Crucq en uit de verzekering, dat diens nagedachtenis nog lang in ere zal blijven’.

Tot nieuwe gemeentesecretaris wordt benoemd de heer A.J.A. Dootjes, commies ter secretarie van Middelburg. Hij wordt met een krappe meerderheid (3 stemmen voor en 2 onthoudingen) door de gemeenteraad gekozen. Raadslid Born verklaart van mening te zijn dat deze benoeming onwettig is met het oog op de bepalingen van de gemeentewet. Dootjes blijft secretaris tot 1899; zijn vertrek zal dan zeer omstreden zijn.
Tot waarnemend secretaris wordt - zolang de nieuwe secretaris nog niet in functie is - aangewezen Jhr. A.M. van Doorn. Voor de huisvesting van de nieuwe gemeentesecretaris staat de kerkvoogdij van de Hervormde kerk drie kamers af van de oude pastorie aan de Langstraat. Hier maakt Dootjes bij nader inzien echter geen gebruik van.

Tot nieuwe burgemeester wordt benoemd de 54-jarige wethouder Salomon van Eenennaam. Op 24 juni 1892 wordt hij geinstalleerd. Hij blijft burgemeester van Arnemuiden tot 1910.
In zijn plaats wordt tot wethouder gekozen het 39-jarige raadslid Gerrit Born, afkomstig uit Middelharnis.
Als nieuw raadslid wordt op 30 maart gekozen Johannis Crucq, de zwager van de overleden burgemeester C.J. Crucq, geboren in 1827 te Arnemuiden. Van de 75 stemmen van de kiesmannen worden er 44 op Johannis Crucq uitgebracht en 24 op Jacob Joosse.
Een aardige bijzonderheid is dat Johannis Crucq de betovergrootvader en Jacob Joosse de broer van de andere betovergrootvader van de schrijver van deze Kroniek is.

De Gereformeerde Kerk, tot nu toe voor de zondagse kerkdiensten vergaderend in de boerenschuur aan het oosteinde van de Langstraat, neemt een houten kerkje aan de Molenweg 4 in gebruik (dit wordt aangekocht voor ƒ 1.000). Dit kerkje wordt in de volksmond ‘het schuurtje’ genoemd.

Uit het Werfboek van de scheepswerf van Meerman kan nog het volgende genoteerd worden:

Arnemuiden, den 22 april 1892.
Aangenomen om te maken een nieuwe Henkst voor Schipper P. Praet Vermeersen van de Clinge de kanter volgens model en van grootte als die van zijn zwager. Daar hebben wij de maat van genomen en malle naar gemaakt met eike vlak.....  Kornelis Meerman.

Daarnaast wordt op de werf een hoogaars gebouwd voor eigen rekening. Deze wordt in oktober verkocht aan Karei van de Gruijter uit Arnemuiden voor ƒ 1.300 (dit wordt de ARM 53). Eveneens voor eigen rekening wordt ‘een bootje’ gebouwd, dat verkocht wordt aan schipper M. den Outer uit Hoofdplaat. Ook wordt begonnen met de bouw van een nieuwe hoogaars voor Kees Sierevelt Jzn 'gelijk aan die van Aart van de Gruijter’ voor ƒ 1.525 (dit wordt de ARM 54).

De garnalenvisserij is dit jaar in het algemeen vrij ongunstig. Niet zo zeer vanwege de vangst, maar door de lage prijzen. In februari en maart worden gemiddeld 2 manden garnalen per dag gevangen; in april loopt dit op tot 3 manden. De prijs per mand bedraagt dan nog cirka ƒ 7. Daarna worden de vangsten groter, maar daalt de prijs tot slechts ƒ 2,50 per mand. De weekverdienste is gemiddeld ƒ 5 per visser. Er is geen bijverdienste door de schardijnvangst, omdat deze niet op de kust komt. De vissers blijven tot eind december doorvissen. De vloot telt dit jaar 48 schuiten.

Het aantal inwoners nam in 1991 toe met 53 en bedraagt per 1.1.1892 2106.
Dit jaar worden opnieuw herhaalde oproepen voor een onderwijzer aan de gemeenteschool in de Middelburgse Courant gezet. Niemand meldt zich. In januari stelde burgemeester Crucq nog voor de jaarwedde te verhogen. De gemeenteraad verklaarde zich toen nog tegen. In maart dringt het provinciaal bestuur aan op vermeerdering van het aantal onderwijzers, dit met het oog op het grote aantal (in totaal 202) schoolgaande kinderen. Gedeputeerde Staten dreigen de gemeenteraad zelfs tot uitbreiding te zullen dwingen.
De gemeenteraad besluit nu de jaarwedde te verhogen van ƒ 600 tot ƒ 675. Kort daarop kan tot onderwijzer met hoofdakte benoemd worden de heer Pieter Breel uit Nieuw- en Sint Joosland.
Op grond van billijkheid worden de jaarwedden van de beide hulponderwijzers J.K. Crucq en G. Geertse verhoogd van ƒ 425 tot ƒ 475. De onderwijzer J.K. Crucq neemt echter al per 1 november ontslag wegens een benoeming te Oostburg. Op de geplaatste oproep solliciteert niemand. De gemeenteraad besluit dan de jaarwedde voor deze functie verder te verhogen en wel tot ƒ 500. Dit leidt er toe dat in november tot hulponderwijzer benoemd kan worden de heer J. Buijs Azn te Souburg.

Dit jaar wordt de Zuidwal opnieuw beplant met een rij olmenbomen. Het raadslid Hoveijn vraagt aandacht voor de toestand op de wal. Met geringe kosten is de wal volgens hem een beter aanzien te geven. Deze zou dan gemaakt kunnen worden in de vorm van een bolwerk. De raad stemt in met verfraaiing van dit deel van de gemeente. Voor de uitwerking wordt een commissie ingesteld. Nergens blijkt echter dat het tot daadwerkelijke uitvoering van deze verfraaiing is gekomen.

Raadslid Hubrecht van Eenennaam wijst in de raadsvergadering van april op ‘de onhoudbare toestand van de pomp op de Markt’. ’Sinds jaren geeft de pomp geen water meer, zodat bij enige droogte hij en anderen overlast hebben van mensen, die niet in het bezit zijn van een grote regenbak’. Besloten wordt de pomp weer in orde te brengen. Aan de smids wordt gevraagd een prijs op te geven waarvoor ze de pomp kunnen maken.
De gemeenteraad neemt ook het besluit om - ‘in verband met de aanbouw van een rij woningen langs de grintweg naar Middelburg en de modderpoel vóór die woningen’ - een straatweg van cirka 130 meter lengte aan te leggen voor ƒ 1.000 (de huidige Molenweg). Tot dekking van deze kosten wordt het oude hoofdonderwijzershuis aan de Noordstraat verkocht.

Ook wordt geprobeerd om de strook grond langs de spoorbaan in eigendom of bruikleen te verkrijgen van de Staatsspoorwegen ‘om de reinheid en verfraaiing van de gemeente te bevorderen’.

De vroedvrouw N. Bliek-Dekker (in november is zij gehuwd met Gommert Bliek), woonachtig in het doktershuis aan de Langstraat, vraagt of er een keukentje bij haar woonruimte getrokken mag worden ’daar het haar toch zo moeilijk is haar woonkamer voor keuken te moeten gebruiken’. De gemeenteraad is hier tegen, tenzij de vroedvrouw ƒ 1,50 per week meer huur wil betalen. De vroedvrouw schrijft daarop ‘dat ze met de door de raad vastgestelde huurprijs der dokterswoning genoegen neemt’.
In de raadsvergadering van maart betoogt voorzitter Salomon Van Eenennaam opnieuw de wenselijkheid om een gemeente-geneesheer te benoemen. Hij stelt voor weer een oproep te plaatsen in de Middelburgse Courant en een geneeskundig tijdschrift. Besloten wordt dit te doen ’zonder vermelding van jaarwedde’, kennelijk om niet bij voorbaat belangstellenden door de hoogte van de bezoldiging te weerhouden.

Over 1892 zijn geen bijzonderheden van de Hervormde Kerk te vermelden. Onder leiding van de consulent ds. Gobius du Sart uit Nieuw- en Sint Joosland worden slechts drie vergaderingen van de kerkenraad gehouden. Uit de rekening en verantwoording van de diaconie blijkt dat de inkomsten over 1891 ƒ 2.412,77 en de uitgaven ƒ 2.152,30 bedroegen, zodat het batig saldo ƒ 260,47 is.
De aftredende diaken M. Vader verklaart onherroepelijk een herverkiezing niet te zullen aannemen. Hij is wel bereid te blijven zitten zolang er nog geen opvolger is gekozen.