Het gemeentebestuur wordt dit jaar gevormd door de in september 1825 aangetreden burgemeester mr. J.H. Schorer. Hij wordt terzijde gestaan door de wethouders De Marée en Van Eenennaam. Van beide wethouders volgen hierna enkele gegevens.
Abraham van Eenennaam is geboren in 1774 als zoon van de vroegere burgemeester Salomon van Eenennaam, van beroep zoutzieder en timmermansbaas. Hij woont op de hoek van de Langstraat naast de Marktpoort. Hij is gehuwd met Francina Haay. Zijn zoons Salomon (geboren in 1794 en timmerman), Francois (geboren in 1797 en broodbakker/landbouwer), Laurens (geboren in 1803 en broodbakker/landbouwer), Pieter (geboren in 1808 en korenmolenaar te Nieuw- en Sint Joosland) en Joos (geboren in 1816) zullen we in het vervolg van deze historiebeschrijving nog verscheidene malen tegenkomen. De latere burgemeester Salomon van Eenennaam was een kleinzoon van de huidige wethouder Abraham en een zoon van de broodbakker Laurens. Abraham van Eenennaam is op 90-jarige leeftijd in 1864 overleden.
Janis de Marée is geboren in 1758 in het Zeeuws-Vlaamse Hoek. In 1789 was hij te Arnemuiden komen wonen en vestigde zich hier als timmermansbaas. Hij woonde aan de noordwestzijde van de Langstraat in het huis genaamd ‘Poortugaal’, naast de secretaris/burgemeester C.D. Baars. Hij huwde met Maatje Jacobse. Hij maakte vanaf 1803 tot 1841 deel uit van het Stadsbestuur, waarvan vanaf 1825 tot 1841 als wethouder. Hij is op 83-jarige leeftijd overleden in 1841.
Leden van de gemeenteraad zijn Cornelis Kraamer (kleermakersbaas), Pieter Meerman (van de scheepswerf), Jan van der Weele (hoefsmid) en Leendert Wisse (landbouwer op een hofstede langs het voetpad naar Middelburg).
* * *
1826 is een jaar waarin weinig opzienbarende gebeurtenissen plaatsvinden. Er worden slechts zes raadsvergaderingen gehouden.
De straatmest wordt voor drie jaar verpacht aan A. van Citters uit Middelburg. Dit jaar zijn weer diverse herstelwerkzaamheden aan de keersluis nodig. De jaarrekening over 1825 wordt vastgesteld met een batig slot van ƒ 582,82 (inkomsten ƒ 2.730,82 en uitgaven ƒ 2.148,00). De verkoop van het kaphout levert ƒ 96,44 op.
Burgemeester Schorer geeft te kennen dat hij ‘tot een beter en spoediger onderwijs der jeugd’ het voornemen heeft om aan de school een letterkast ten geschenke te geven. Van deze gelegenheid wordt gebruik gemaakt om ƒ 40 uit te trekken voor de aankoop van schoolbehoeften voor de school van meester Hoogerheyde.
Uit het inschrijvingsregister van gezinshoofden van 1826 blijken de volgende familienamen het meest voor te komen: De Nooijer (16), Grootjans (15), Schroevers (14), Meulmeester (14), De Ridder (13), Van Belzen (12), Van Eenennaam (7), Jobse (7), Meerman (6), Siereveld (4), Van de Ketterij (2), De Gruiter (2), Marijs (1), Vogel (1), Mulder (1), Ventevogel (1). Van de 253 gezinshoofden staan er 134 vermeld als visser, 9 als visleurder en 1 als zoutwerker.
* * *
Van de Hervormde Gemeente is over 1826 weinig te melden. Ds. Wanrooy notuleert zeer beknopt, meestal slechts in enkele regels (b.v. de kerkenraadsvergadering van 21 oktober wordt in drie regels genotuleerd). Ds. Wanrooy heeft naast zich de ouderlingen Jan Bernard Joosse, Jacob de Rijke, Jacob de Nooijer en Job Cornelisse en de diakenen Kasper van Eenennaam, Marinus Schroevers, Jacob de Ridder en Adriaan van Zweeden.
In de plaats van de aftredende ouderlingen J.B. Joosse en J. Cornelisse worden uit dubbeltallen (Maarten Kraamer, Abraham Katte, Blaas de Nooijer en Jacob van de Ketterie) gekozen Kraamer en Katte. Voor de aftredende diakenen Van Zweeden en De Ridder treden aan Lieven Verstraate en Kornelis Jobse. De armenrekening over 1825 sluit met een tekort van ƒ 4,10 (ontvangsten ƒ 930,31 en uitgaven ƒ 934,41). De kerkerekening sluit met een batig saldo van ƒ 161,82.
Vermeldenswaard is dat we hier voor het eerst in de Arnemuidse kerkgeschiedenis de naam ‘Van de Ketterij’ (dan nog genoemd 'Van de Ketterie') tegenkomen. In 1795 woont te Arnemuiden Jacob van de Ketterij. Zijn zoon Cornelis Jacobse van de Ketterij, visser van beroep, is geboren in 1767 en overleden in 1836 en was gehuwd met Johanna Grootjans. Van Cornelis van de Ketterij treffen we twee zonen aan: Jacob Cornelisse van de Ketterij, visser, geboren in 1787 en overleden in 1844, en Klaas Cornelisse van de Ketterij, visser, geboren in 1789 en overleden in 1867. Het nageslacht van Klaas Cornelisse van de Ketterij groeit uit tot een grote vissersfamilie. We noemen van hem zijn zonen Cornelis van de Ketterij, geboren in 1828 en overleden op 86-jarige leeftijd in 1914, en Jacob van de Ketterij, geboren in 1834 en overleden in 1896. Dochter Cornelia van de Ketterij, geboren in 1821 en overleden in 1903, trouwt met Hendrik Marijs; zij vormen de stamouders van de Arnemuidse familie Marijs.