1935

1935 vormt een dieptepunt in de Arnemuidse visserijgeschiedenis wat betreft de armoede. Reeds in zijn nieuwjaarstoespraak tijdens de eerste vergadering van de gemeenteraad dit jaar, op 18 februari, wijst burgemeester Horninge op de ongunstige economische toestand inzonderheid voor de visserij. Eind vorig jaar is hij met een deputatie vissers bij de minister van Economische Zaken geweest. Zij zijn welwillend aangehoord, maar er is nog geen enkel resultaat bereikt.
Bij de Commissaris van de Koningin is samen met de gemeentebestuurders van andere Zeeuwse visserijplaatsen gepleit voor een hoger kwantum voor de uitvoer van garnalen naar Frankrijk (Zeeland is slechts 1/3 gedeelte toegewezen van wat haar feitelijk toekomt). Dit is óók niet gelukt, omdat het noorden van het land niets wil afstaan.

Grote zorgen ontstaan ook aan het eind van maart door een sensatiebericht in de dagbladen over de Arnemuidse visleurders. Een sterfgeval in Roosendaal wordt geweten aan besmettelijke bacillen in de garnalen van visleurder Van Belzen en dreigt funeste gevolgen te hebben voor de Arnemuidse visleursters en leurders. Burgemeester Horninge is voortvarend te velde getrokken tegen deze berichtgeving, gewapend met een rapport van de Keuringsdienst van Waren te Goes. Ook de Inspecteur voor de Volksgezondheid verklaart na onderzoek dat er niets aan de hand is. De burgemeester en de secretaris worden hulde gebracht voor hun actieve optreden. Overigens geeft de Inspecteur voor de Volksgezondheid tijdens het onderhoud wel zijn uitdrukkelijke wens te kennen dat de garnalen voortaan enkel gewassen worden met gekookt water. Dit is aanleiding voor de gemeenteraad om aan te dringen op het zo spoedig mogelijk aansluiten van de gemeente op de waterleiding waardoor deze negatieve berichtgeving voorkomen kan worden.

Halverwege het jaar worden verkiezingen gehouden voor de gemeenteraad. Opnieuw krijgen C.S. van Eenennaam, B. Franse, L. Puijpe en A. Schuit zitting in de raad. Nieuwkomers zijn Joh. van Belzen, W. van Belzen en J. Janse. Afscheid wordt genomen van Baaijens, Cornelisse en Crucq. Tot wethouders worden gekozen B. Franse en A. Schuit. Uit onvrede met de samenstelling van het nieuwe dagelijks bestuur bedankt raadslid Van Eenennaam. J. Polderdijk volgt hem op. In verband met de langdurige ziekte van secretaris Huyssen wordt de heer A. Buijs beëdigd als plv. secretaris.

Er vinden diverse verbeteringen in de gemeente plaats.
De Appelstraat wordt verlengd. Het hiervoor noodzakelijke grondwerk wordt in het kader van de werkverschaffing verricht. Een gedeelte van de Veersedijk wordt afgegraven. Ook het ophogen van de Van Cittersweg met afgegraven grond van de Veerse dijk wordt door werklozen gedaan. Het straatje tussen de Markt en de Zuidwal wordt verbreed. Dit straatje krijgt de naam Marktstraat. Aan deze naamgeving gaat een interessante discussie vooraf. De burgemeester stelt voor deze de Kousemakerstraat te noemen ’omdat deze er de voornaamste bebouwing heeft’. Franse vindt de naam Marktpoortstraat beter, omdat hier ongeveer de poort gestaan moet hebben welke toegang gaf tot de Markt. Raadslid Schuit meent dat volgens de Walcherse Arcadia ter plaatse het zogenaamde Buitenmanspoortje heeft gestaan. Raadslid Baaijens suggereert de naam Dwarsstraat. Uiteindelijk kiest men voor de naam Marktstraat.

Een aardige discussie wordt ook gevoerd over de verlichting bij de haven en ‘het Schorretje bij Knolle’. Raadslid Joh. van Belzen merkt op dat er ’s maandagsnachts 160 man moet passeren. Hij wijst op de noodzaak van een goede verlichting van de haven. In Veere en Breskens is de haven ook goed verlicht. Of willen we dat de vissers zaterdags achterblijven?
Wethouder Franse stelt voor de extra lantaarn door de vissers te laten betalen. Maar raadslid W. van Belzen wijst er op ‘dat bij de vissers niets te halen is’. Na een lange discussie wordt besloten aan de haven een nachtbrander te plaatsen en met Knolle te overleggen om een door hem daar te plaatsen lantaarn ’s zondagsnachts tegen vergoeding te laten branden.
Na de motorisering van de vissersvloot ligt deze als regel van zaterdag tot maandag in Arnemuiden.

In juni verzoeken enkele inwoners een zwemgelegenheid beschikbaar te stellen voor de jeugd. De burgemeester zegt er persoonlijk tegen te zijn dat aan het Schorretje, de Kaai en het Molendijkje wordt gezwommen ’vooral met het oog op het vertrappen van het graan van Cornelisse’. Raadslid J.K. Crucq vraagt met welk recht de politie de jongens uit het kanaal bij het Schorretje en de werf verdrijft. Hij verzoekt het college een plaats aan te wijzen overeenkomstig de politieverordening. Raadslid Baaijens verklaart er tegen te zijn dat men leert zwemmen. Meerdere leden wijzen er op dat men van een vissersbevolking toch mag verwachten dat zij leert zwemmen. De meerderheid van de raad dringt er op aan het gedeelte van het kanaal vanaf de grintweg naar Nieuwland tot aan de werf beschikbaar te stellen.

De vloot liggend in de thuishaven Arnemuiden.
De vloot liggend in de thuishaven Arnemuiden.

Aan de hand van het door gemeente-bouwmeester Neugebauer gemaakte plan ’Uitbreiding Keetdijk’ wordt besloten tot aankoop van de strook grond langs het Arnekanaal vanaf het veerhuis tot bij de Molenpolder. De keetdijk zal in twee fasen omgelegd worden (het eerste gedeelte vanaf de molen tot voorbij de woning van de weduwe G. de Nooijer). De werken zullen door werklozen in het kader van de werkverschaffing worden uitgevoerd. De omlegging van de keetdijk heeft geen gevolgen voor het jaagpad naar Middelburg.

In mei wordt door de in grote armoede verkerende vissers actie gevoerd om steun van het gemeentebestuur te verkrijgen. Deze actie wordt in de gemeenteraad als ’terreur’ betiteld en komt daar zeer onsympathiek over. Door de verbitterde vissers is zelfs gedreigd met vernietiging van de garnalen van hen die niet met de actie meedoen. De gemeenteraad besluit enkel in de hoogstnoodzakelijke gevallen ondersteuning toe te kennen.

In de raadsvergadering van juni wordt melding gemaakt van een brief van de Minister van Economische Zaken, waarin wordt medegedeeld dat binnen enkele weken een regeling voor de visserij in werking treedt. De regeling zou gunstige gevolgen voor het garnalenvissersbedrijf hebben.
Helaas, in de raadsvergadering van juli zet de voorzitter uitvoerig uiteen dat er een begrotingswijziging nodig is als gevolg van de omstandigheid dat de op 1 juli jl. in werking getreden nieuwe regeling voor de afzet van consumptiegarnalen geen resultaten heeft gebracht. Hierdoor zijn de meeste schippers meer en meer aangewezen op onderstand. Dit heeft tot gevolg dat alle gemeentelijke reserves moeten worden opgeteerd. Er ontstaat een ongedekt tekort van op z’n minst ƒ 2.500, waarvoor een buitengewone subsidie aan het rijk moet worden gevraagd. In dit verband wordt opgemerkt dat de financiële positie zeer somber is en de gemeente door de tijdsomstandigheden hulpbehoevend is geworden.
De burgemeester heeft deze ernstige aangelegenheid met de Commissaris van de Koningin besproken. Deze drong er op aan onderstand te verlenen aan die gezinnen waar werkelijk broodgebrek heerst.

Op voorstel van het voortvarende raadslid B. Franse wordt besloten bij de Minister van Economische Zaken en de Commissaris van de Koningin een mondelinge toelichting te geven na vooraf met de vissersvereniging ter plaatse gesproken te hebben. De vissers moeten bereid zijn hun volle medewerking aan de pogingen van het gemeentebestuur te geven.
In september komt bericht van Gedeputeerde Staten binnen dat aan een extra rijkssubsidie de voorwaarde is verbonden dat toekenning van onderstand aan visserspatroons individueel en geheel overeenkomstig de Armenwet plaats dient te vinden.

Op een vraag van raadslid Van Eenennaam waarom versterking van de politie bij de verkoop van de garnalen nodig was wordt geantwoord: ‘om heibel te voorkomen’. Overigens blijkt uit de notulen dat er ook garnalen vernietigd worden omdat er geen kooplust is. Raadslid Crucq krijgt op zijn vraag wie het vervoer van de garnalen naar de mestvaalt moet betalen te horen, dat dit de Visserij Centrale is. Naar aanleiding van de vraag om de garnalen op de mestvaalt beter te begraven wordt het idee geopperd deze met creoline te overgieten.

De nieuwe raadsleden Joh. en W. van Belzen doen zich kennen als vurige pleitbezorgers voor de vissers en verbetering van de sociale omstandigheden in de gemeente. Bij hun aantreden in september wijzen zij reeds op de ongunstige toestand waarin de gemeente verkeert ten opzichte van Stellendam wat betreft het toegewezen contingent te pellen garnalen. Zij dringen er op aan bij de Centrale in Den Haag een hogere toewijzing te bepleiten. De burgemeester ziet daar weinig heil in. De toewijzing berust op de kwantums die in 1933 en 1934 zijn verwerkt. Hij zal niettemin proberen wat gedaan te krijgen.

De ARM 14 wordt de haven van Vlissingen binnen geroeid.
De ARM 14 wordt de haven van Vlissingen binnen geroeid.

In de raadsvergadering van december ageren beide raadsleden Van Belzen tegen de te lage steunverlening aan de vissers (de steunregeling wordt toegepast voor cirka 150 personen). ‘Het bedrag is te laag om van te leven als men 4 kinderen heeft’. ’Wanneer de vrouwen leuren en de mannen zonder inkomsten zitten, dan is het onbillijk geen steun te verlenen’.
Raadslid W. van Belzen vindt het onredelijk dat inkomsten uit garnalenpellen en erwtenlezen opgegeven moeten worden. Dit is immers huisvlijt, terwijl het garnalenpellen ook nog meestal door kinderen beneden de bij de wet gestelde leeftijd en in de avonduren geschiedt.
Raadslid Joh. van Belzen wijst ‘op de grote armoede in de vissersgezinnen als steuntrekkende vaders niet willen werken. De kinderen kunnen toch ook niet helpen dat vader dat doet’. Hij wijst op een gezin met acht kinderen waar helemaal geen inkomsten zijn. De burgemeester merkt op dat regel is dat, als de diaconie niet helpt, de gemeente dan bijspringt. Tot administrateur en controleur bij de gemeentelijke steunverlening en werkverschaffing wordt benoemd Jac. Bliek uit Middelburg.

Bij de statenverkiezingen in 1935 kiezen in Arnemuiden 85 mensen voor de NSB. De NSB verwerft daardoor 8,4% van de stemmen. De antirevolutionairen en de liberalen zijn de verliezers. De SGP wint 55 stemmen, waardoor haar totaal op 313 komt. Kennelijk heeft het hoge aantal NSB-stemmers te maken met de grote onvrede bij de vissers met het overheidsbeleid ten aanzien van de vangstverdeling en de steunverlening.

De Arnemuidse vissersvloot telt dit jaar 41 schuiten voor de garnalenvangst met in totaal 480 m3 en 164 bemanningsleden. Er is dit jaar slechts één mutatie: M.P. Vlaming & Zn. brengt enkele maanden een kotter uit Yerseke als ARM 14 in de vaart. De Vlissingse vloot bestaat uit 27 schuiten, 20 met motor, 1 met zeil en 6 roeiboten, met in totaal 96 bemanningsleden. Vanuit Veere wordt door 20 schuiten uit Arnemuiden en 7 uit Veere gevist in de Oosterschelde. De overige Arnemuidenaars en die van Vlissingen en Breskens, samen 50 tot 80 vaartuigen, vissen buitengaats in de Westerschelde.

Op de visafslag. De manden staan gereed voor de veiling.
Op de visafslag aan het Stationsplein De manden staan gereed voor de veiling.

De uitkomsten van de garnalenvisserij zijn dit jaar zeer teleurstellend. De vangst van garnalen is zowel in Ooster- als Westerschelde slecht. Ook de prijzen zijn laag, niettegenstaande de getroffen regeringsmaatregelen vanwege de moeilijkheden in de handel als gevolg van de contingenteringsmaatregelen in België en Frankrijk.
Doordat men in Veere niet genoeg kan afleveren komen veel garnalen terecht in de vismeelfabriek, waar slechts 2 cent per kilo betaald wordt. Dit jaar komen er geen schardijnvangsten voor.

Op 12 april brandt in de namiddag de hofstee Nieuwerkerk aan de Nieuwerkerkseweg af.

De Hervormde kerkenraad brengt dit jaar, vergeefs, beroepen uit op kandidaat J.J. Poot, kandidaat G. van Duijn, kandidaat H.A. Labrie en kandidaat R.W. Steur. Het gelukt de reeds jaren bestaande vacature van ouderling te vervullen door de verkiezing van C. den Hollander. De kerkenraad beraadt zich over handhaving van het zogenaamde armhuis. Behoeftigen willen er niet meer in wonen. Het huis wordt bewoond door enige mensen, die er ten dele kosteloos in zitten en waar de diakenen vaak veel moeite mee hebben. Het is zeer vervuild en moet op last van de gemeente gereinigd worden. Het verkeert in zo’n bouwvallige toestand dat het rijp is voor afbraak. Besloten wordt het armhuis te verkopen. De opbrengst is ƒ 420, waarvan ‘een stukje N.W.S. van ƒ 500 wordt gekocht’.
De diaconale ontvangsten bedragen dit jaar ƒ 4.275,09 en de uitgaven ƒ 3.067,40, zodat het batig saldo ƒ 1.207,69 is.
Ook wordt nog het besluit genomen voortaan als kerkenraad éénmaal per jaar samen te vergaderen met het college van kerkvoogden en notabelen.

Visverkoopster aan de haven te Vlissingen.
Visverkoopster aan de haven te Vlissingen.