1932

In zijn nieuwjaarsrede tijdens de eerste bijeenkomst van de gemeenteraad dit jaar geeft burgemeester Horninge een samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen in 1931.
Door de algemeen heersende tijdsomstandigheden (de crisisjaren) was het een benauwde tijd. De visserij had niet te klagen. Met de landbouw daarentegen ging het minder goed. De werkloosheid kon door voldoende werkverschaffende maatregelen bestreden worden. De in november 1931 opgerichte inrichting voor conservering van  garnalen aan de Molenstraat bracht in tal van gezinnen een aardige nevenverdienste met garnalenpellen. Het inwonertal steeg tot 2321 zielen.

Ondanks ‘de crisis’ zijn er dit jaar tal van verbeteringen zoals de woningbouw, de gunstiger resultaten in de visserij, de betere inkomsten en dergelijke. Aan de hand van de raadsnotulen en de aantekeningen van de tijdgenoten Adriaan Joosse en Abraham Buijs wordt hiervan een overzicht gegeven. Het is opmerkelijk dat beiden over de jaren 1930, 1931 en 1932 een vrij optimistisch beeld schetsen. Na de oorlogsjaren, dus in 13 jaar tijd, zijn niet minder dan 110 nieuwe woningen gebouwd. Er zijn thans (zonder Kleverskerke mee te rekenen) 467 huizen bewoond. De verbetering van de volkshuisvesting heeft ongetwijfeld grote invloed op de algemene gezondheidstoestand van de Arnemuidse bevolking, voornamelijk op die van de kinderen. Dit is ook af te leiden uit het volgende overzicht:

Jaar:  Aantal inwoners:  Geboren:  Overleden:  Waarvan onder 1 jaar:

1830        1238                74             52                       27

1840        1369                61             41                       23   

1850        1324                73             51                       31

1860        1540                87             54                       29

1870        1675                92             81                       57

1880        1787                75             59                       40

1890        2019                97             50                       31

1900        2138                90             58                       33

1910        2129                84             56                       16

1920        2193                78             32                       11

1925        2195                70             15                        1

1926        2227                60             17                        7

1927        2252                55             21                        5

1928        2243                63             25                        7

1929        2258                60             19                        4

1930        2254                65             22                        3        

Al zijn er veel nieuwe woningen gebouwd, nog steeds is er woningnood. Het is moeilijk voor iemand die zich in Arnemuiden wil vestigen of voor jong gehuwden geschikte woonruimte te vinden. Jonggehuwden moeten zich meestal eerst een tijd behelpen met een klein achterkamertje of bij de ouders inwonen. En al is de situatie aanmerkelijk verbeterd, toch worden van de 467 bewoonde huizen er in 1932 niet minder dan 66 door 2 of meer gezinnen bewoond, waaronder soms grote gezinnen slechts één kamer tot hun beschikking hebben en een stukje zolder voor slaapplaats voor de grote kinderen.

Ondanks de crisisjaren toch een opgewekt beeld uit 1932 van ‘de welkome bakker’.
Ondanks de crisisjaren toch een opgewekt beeld uit 1932 van ‘de welkome bakker’.

In september wordt een begin gemaakt met de aanleg van een nieuwe straat langs de spoorbaan vanaf de Nieuwstraat naar het Schuttershof. Deze aanleg gebeurt overeenkomstig een plan van de aannemersfirma J. en L. de Hamer. Deze nieuwe straat wordt eerst de Verlengde Nieuwstraat, later de Appelstraat en weer later de Spoorstraat genoemd. Voor de aanleg van deze straat wordt eerst het pakhuis en daarna de timmermanswinkel van De Hamer aan het eind van de Noordstraat verplaatst. Hiervoor geeft de gemeente een bijdrage. De gemeente neemt ook op zich de sloot tussen de spoorlijn en de aan te leggen straat te dempen en te rioleren. Met toestemming van de provincie wordt de ’bokpaal’ op de hoek Nieuwstraat/Noordstraat verplaatst. De Appelstraat wordt bestraat tot voor de laatste te bouwen woning. Ook de Nieuwstraat wordt tegelijk herbestraat.

De Molenweg vóór de verharding. De voormalige keetdijk is rechts op de foto. De elektrische verlichting is aangebracht.
De Molenweg vóór de verharding. De voormalige keetdijk is rechts op de foto. De elektrische verlichting is aangebracht.

Er wordt voor het eerst overgegaan tot het asfalteren van wegen. Zo wordt dit jaar een proef genomen met ‘het teren’ van de weg naar Middelburg tussen de Molenstraat en de spoorbrug. De keetweg wordt aan de dijkzijde verbreed, zodat een rijbreedte van 4 meter verkregen wordt. De sloot tussen de dokweide en de Veersedijk wordt gedempt met grond van de afgegraven noordoostwal. In de dokweide wordt een waterput aangelegd. Ook wordt overwogen om de dokweide te bestemmen voor toekomstige woningbouw ter voortzetting van de woningbouw aan de Appelstraat.

De smidsfamilie Buijs krijgt toestemming om aan de oostzijde van de Markt naast het brandspuithuisje een woning te bouwen. Er wordt ook een nieuwe pastorie voor de Gereformeerde Kerk gebouwd naast de oude pastorie aan de Langstraat. Hiervoor wordt gemeentegrond in erfpacht gegeven.
Nieuwe woningen zijn in aanbouw of komen gereed in de Clasinapolder aan de grintweg naar Nieuwland (4), aan de Lantsheerweg (1) en aan de Appelstraat (4).
In mei wordt een duiker gelegd door de Walcherse dijk bij de wachtpost van de leiding oost, door de dijk tot de leiding west, ten behoeve van een betere waterafvoer. Dit gebeurt in het kader van de werkverschaffing door werklozen.
In december wordt begonnen met het cirka 1.50 meter afgraven van de Walcherse dijk bij de overweg tot aan de plaats waar voorheen de Veerse Poort stond.

Ook dit jaar staat volop in het teken van de werkverschaffing aan werklozen. Aan het Plaatselijke Crisis Comité wordt uit de gemeentekas 5 cent per inwoner verstrekt in verband met de aanhoudende werkloosheid, de behoeften in vele gezinnen en omdat de opbrengsten van de plaatselijke collecten niet toereikend zijn.
Begin dit jaar wordt geklaagd dat de werklozen zo weinig presteren. Wethouder Franse wordt hierop aangesproken. Hij moet de werklozen harder aanpakken en meer toezicht houden. Er is ook wel waardering voor het beleid van het college en vooral van wethouder Franse. Arnemuiden (zo wordt opgemerkt) staat wat betreft de werkverschaffing/werkloosheidszorg aan de spits van de Walcherse plattelandsgemeenten. De uit te voeren werkverschaffingsmaatregelen voor het grote aantal werklozen worden door de gemeenteraad bepaald: de egalisatie van de noord/oostwal, het verbreden van de weg langs het Arnekanaal, het delven van de watergangen langs de Singel en de spoorlijn, het verlagen van de aansluiting van de grintweg op de rijksstraatweg en het flauwer maken van de bocht bij het veerhuis door het verhogen van het dijkbeloop.

Burgemeester Horninge, wethouder Benjamin Franse en gemeentesecretaris Huijssen.
V.l.n.r. wethouder Laernoes uit Vlissingen, burgemeester Horninge, wethouder Franse en gemeentesecretaris Huijssen.

Wethouder Franse pleit dringend voor instelling van een commissie voor de werkverschaffing. Hij is niet voldoende bekend met de gezinnen van alle werklozen. Wanneer het zo doorgaat dan leidt het (actieve) werkverschaffingsbeleid tot financiële ondergang van de gemeente en ook tot fysieke ondergang van hem, daar hij geheel alleen met de leiding belast is. Hij heeft onvoldoende controle op het onwillige werkvolk. Om bepaalde (politieke?) redenen wordt dit zeer begrijpelijke voorstel verworpen met de stemmen van de raadsleden Baaijens, Crucq, Puijpe en Schuit tegen. Dit is aanleiding voor wethouder Franse om in juni op te stappen als wethouder. De verantwoordelijkheid voor het toezicht op de werklozen acht hij te zwaar worden. Deze ontslagname leidt tot heftige discussies in de gemeenteraad. Franse wordt verweten dat hij de werklozen gedurig aan hun lot overliet. Daardoor waren zij zonder enig toezicht. Uit de verhitte woordenwisseling blijkt dat het werk Franse door de werkverschaffing boven het hoofd is gegroeid. Hem wordt verweten dat hij alles alleen wil doen en niets aan zijn collega-wethouder Baaijens overlaat. Door anderen wordt weer aangevoerd dat Franse wel alles alleen moet doen omdat Baaijens, zolang hij wethouder is, nog niets presteerde.

Doordat alle andere raadsleden na verkiezing voor het wethouderschap bedanken, wordt Franse genoodzaakt voorlopig aan te blijven. Ook een voorstel van het college om een opzichter over de werkverschaffing aan te trekken wordt verworpen. Uiteindelijk ziet de gemeenteraad wel in dat er iets moet gebeuren. Hier komt nog bij dat het ministerie de aanwezigheid van dagelijks toezicht als subsidievoorwaarde verplicht stelt. Vanaf 6 oktober wordt het toezicht op de uitvoering van de werkverschaffingsmaatregelen dan ook opgedragen aan een opzichter van de Heidemaatschappij. Later dit jaar is de algemene opinie in de gemeenteraad dat het toezicht door de Heidemij. niet voldoet. Besloten wordt dan ook per 1 januari 1933 met de Heidemij. te stoppen.
De raad weet echter niet wie het toezicht dan opgedragen moet worden. Veel verder dan verwijten over en weer komt men niet. Wel is raadslid Puijpe uiteindelijk bereid om als wethouder in de plaats van Franse te treden. De fractiegenoot van Franse, raadslid Van Eenennaam, laakt de houding van de gemeenteraad ten opzichte van Franse en vindt het minderwaardig hoe deze aan de kant is gezet. Franse merkt op dit van zijn mederaadsleden Crucq en Puijpe wel verwacht te hebben; deze hebben al vijf jaar kritiek op zijn werk. Doch het valt hem tegen dat ook de ARP-er Schuit hieraan meedoet.

Wat niet vordert is de aansluiting op het waterleidingnet. Er kan niet tot overeenstemming met de gemeenten in het oostelijk deel van Walcheren worden gekomen. Door de Zuidbevelandse waterleidingmaatschappij wordt nu water per spoor geleverd. Dit is verkrijgbaar voor 3 cent per emmer. Merkwaardig is dat er thans nog door raadsleden wordt getwijfeld aan het nut van waterleiding (‘De watervoorziening is nu toch ook goed geregeld? Het kost de gemeente nu toch niets? De pomp op de Markt is toch open? Per spoor wordt toch water aangevoerd?’). De meerderheid van de raad dringt echter aan er alles aan te doen om de waterleiding zo snel mogelijk tot stand te brengen.
Dit jaar begint zich in Zeeland, maar vooral ook in Arnemuiden een groot gebrek aan water voor te doen wegens de langdurige droogte. Water voor het wassen en schuren halen de Arnemuidse vrouwen uit de houwerplas (‘den nauwer’).

Water halend voor de was en om te schuren uit de houwerplas achter de molen.
Water halend voor de was en om te schuren uit de houwerplas achter de molen.

Opnieuw wordt in de gemeenteraad geklaagd over de straatmuziek. De raad is het nu zo moe, dat op voorstel van raadslid Van Eenennaam unaniem wordt besloten alle muziek van de straat te weren en niemand meer vergunning te verlenen. Besloten wordt verder tot aanschaf van een motorbrandspuit. Niet ingegaan wordt op het verzoek van de Arnemuidse sportclub om de dokweide als oefenveld te mogen gebruiken.

A.H. de Kam wordt benoemd tot conciërge van het gemeentehuis. Ook krijgt hij een aanstelling tot tijdelijk havenmeester. C. Oreel bedankt voor zijn functie van brandmeester. Tot onderwijzer aan de openbare school wordt aangesteld J.E. Krijger.

De Arnemuidse vissersvloot telt dit jaar 39 vaartuigen voor de garnalenvangst, aan het eind van het jaar alle uitgerust met een motor, in totaal met 470 m3 en 156 bemanningsleden. In de loop van dit jaar worden nog twee vaartuigen van een motor voorzien. De vloot van Vlissingen bestaat uit 35 schepen, waarvan 24 voor de garnalenvisserij. 21 hiervan zijn uitgerust met een motor, 3 varen nog op de zeilen, terwijl 11 roeiboten voor de visvangst in gebruik zijn.

Meisjes bij ijskar in 1932.
Meisjes bij de ijskar in 1932.

De uitkomsten van de visserij zijn minder dan in 1931. Voor de garnalenvissers is het een slecht jaar. De prijzen zijn laag en de vangst van puf en kleine garnalen is veel minder. De vissers vissen dit jaar deels voor eigen risico. Ze leveren de garnalen af voor elk bedrag wat er voor gegeven wordt, soms slechts voor 15 cent per kilo. Daardoor blijft de markt overvoerd en de prijs laag. De schardijnvangst is dit jaar te verwaarlozen.

1932 valt op door de vele mutaties in de vissersvloot. Joz. Siereveld neemt uit Vlissingen een ARM 7 met Kromhout-motor in gebruik. Joost van Belzen doet z’n ARM 16 over naar Kortgene. Hij neemt een nieuwe hoogaars met Kromhout-motor in gebruik als ARM 16. De ARM 23 van Marinus Blaasse gaat over naar Veere. Jacob van de Ketterij brengt opnieuw een nieuwe hoogaars, de ARM 25, met een Kromhout-60 motor in de vaart. Zijn vorige, nog in 1925 gebouwde schuit wordt de ARM 35. De hoogaars ARM 44 van Lieven van de Ketterij gaat over naar Terneuzen. G. Meerman neemt een nieuw vaartuig, de ARM 44, met Kromhout 60-motor, in gebruik (De Hoop van Zegen).

De kerkenraad van de Hervormde gemeente brengt dit jaar viermaal tevergeefs een beroep uit. Beroepen worden ds. Dekker te Nieuwe Tonge, ds. Van Ameide te Ouddorp, ds. Van Ginkel te Nieuwpoort en ds. Ottevanger te Kampen.
In de notulen zijn over dit jaar geen bijzonderheden te lezen. Wel kan melding gemaakt worden van aanmerkelijk hogere diaconale inkomsten (ƒ 4.495,39) en uitgaven (ƒ 3.451,22), zodat het batig saldo ƒ 1.044,17 bedraagt.

Dit jaar neemt ds. H. Scholing een beroep aan naar de Gereformeerde Kerk. Hij wordt bevestigd op 28 maart. Hij is geboren in 1899 in Drente. Het is een echte volksman met een groot organisatietalent, die de gemeente bouwt door zijn ijver. Iedereen in de gemeente kent hij. Hoewel hij - volgens het Herdenkingsboek 100 jaar Gereformeerde Kerk te Arnemuiden - niet uitblinkt in z’n preken, is het een echte verenigingsman.
In de Tweede Wereldoorlog is hij zeer aktief voor de ondergrondse. In 1945 neemt hij afscheid wegens vertrek naar Kamperland.