1913

In de eerste raadsvergadering van 1913 geeft burgemeester Lantsheer een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen gedurende het afgelopen jaar. De toestand van de visserij en de landbouw stemde tot tevredenheid en dankbaarheid. Het aantal inwoners is echter teruggelopen tot 2099. De gestadige nieuwbouw in de gemeente doet echter verwachten dat de teruggang maar tijdelijk is. Als belangrijkste besluiten tijdens de twaalf gehouden vergaderingen van de gemeenteraad noemt hij de aansluiting op het gasnet, de ingebruikname van de nieuwe dokterswoning, de verkoop van het oude doktershuis aan de Langstraat, de vele  verbeteringen aan de riolering, de restauratie van de ‘gemeentekamer’ (de raadszaal) en de restauratie van de schilderijen in het gemeentehuis.

Dit jaar worden herbenoemd tot leden van de gemeenteraad de 74-jarige Salomon van Eenennaam (voorheen burgemeester gedurende achttien 18 jaren) en de 74-jarige Hubrecht van Eenennaam (thans wethouder).

1913 staat weer in het teken van de grondige aanpak van het straatherstel. Zo wordt de Zuidwal vanaf het punt waar hij aansluit op de Nieuwlandse weg met cirka ½ meter verlaagd en met de uitkomende grond verbreed en ter breedte van drie meter bestraat met keien, die afkomstig zijn uit de Nieuwstraat, de Langstraat en de Markt. Ook worden de beste uit de Langstraat komende keien verwerkt in het gedeelte tussen de Molenstraat en de Westdijk bij de herberg van Lagendijk.
De Nieuwstraat, de Langstraat en de Markt worden beklinkerd met nieuwe Waalklinkers. Burgemeester en wethouders willen gefaseerd over enkele jaren het straatherstel uitvoeren, maar de gemeenteraad is zo enthousiast geraakt door de grote straatverbeteringen, dat men alles ineens en goed wil aanpakken. Eerst wil de raad nog de kwalitatief betere keien uit de Noordstraat voor de Zuidwal gebruiken, maar de burgemeester betoogt dat ‘de Noordstraat geen verbetering van node heeft’.

Het stationskoffiehuis Spoorzicht van Lagendijk.
Het stationskoffiehuis Spoorzicht van Lagendijk.

Ook wordt besloten het gedeelte tussen de Westdijk en de Westdijkstraat bij winkelier J.J. Crucq geheel te bestraten met oude, uit de Nieuwstraat en de Langstraat komende keien. Het college wordt gemachtigd om de steiger aan het hoofd in goede staat te brengen. De aanleg van de nieuwe begraafplaats wordt in de raadsvergadering van 23 december gegund aan aannemer J.A. Duine. In 1914 zal met de aanleg worden begonnen.

De onlangs benoemde onderwijzer aan de openbare school J.P. Bode vertrekt reeds per 1 november. In zijn plaats wordt benoemd W.B. van der Linden uit Rotterdam.

In de raadsvergadering van november worden de jaarwedden van het gemeentepersoneel vastgesteld: de burgemeester ƒ 750, de gemeentesecretaris ƒ 750, de gemeenteontvanger ƒ 325, de gemeentebode ƒ 205, de ambtenaar van de burgerlijke stand ƒ 135, de gemeente-geneesheer ƒ 660, de gemeente-veldwachter ƒ 575, de gemeente-bouwmeester ƒ 60, de keurmeester ƒ 30, de assistent- keurmeester ƒ 15, de havenmeester ƒ 35 en de klokluider ƒ 40.

In 1913 wordt opnieuw een start gemaakt met de garnalenpellerij (gelegen tussen de Zuidwal en het Schorretje). Deze werd in 1911 gesloten.

De Westdijkstraat met links de winkel van J.J. Crucq.
De Westdijkstraat met links de winkel van J.J. Crucq.

De vissersvloot telt in 1913 46 schuiten, die van Vlissingen 19. Dit jaar worden drie nieuwe hoogaarzen (ARM 11, 16 en 36) door Arnemuidse schippers in de vaart genomen, één gebouwd te Kruispolder (de ARM 11 van H. van de Gruiter voor ƒ 1.800) en twee te Tholen (de ARM 16 van Lieven van Belzen en de ARM 36 van Cornelis van de Ketterij).
Opvallend is het aantal mutaties in de vissersvloot in 1913. Zo gaat de ARM 2 van Grietje Cornelisse verder als ARM 15 van Jan de Nooijer. Een nieuwe ARM 16 van Lieven van Belzen wordt in de vaart genomen. Zijn oude schuit gaat verder als ARM 2. Ook komt de eveneens nieuwgebouwde hoogaars ARM 11 van de weduwe Grietje van Belzen in de vaart. Cornelis van de Ketterij neemt eveneens z’n nieuwe hoogaars ARM 36 in gebruik.

In verband met de koude, gure zomer is de garnalenvisserij dit jaar over het algemeen niet zo gunstig. Schardijn wordt in het geheel niet op de kust gezien. Wel is het opmerkelijk dat vooral in januari buitengewoon veel schar wordt gevangen. Zelfs zo dat de garnalenvangst een tijdlang bijzaak is. De oudste vissers kunnen zich niet herinneren, dat er ooit zoveel schar gevangen is. Door deze bijzonder goede bijvangst wordt het voor de garnalenvissers toch een zeer goed jaar. De schar wordt door de visleursters tot diep in Brabant uitgeleurd.

De garnalenvisserij wordt dit jaar door de gehele vloot uit Arnemuiden, Vlissingen en Breskens, samen 65 vaartuigen, bedreven in de monding van de Westerschelde. Als visplaats geldt hoofdzakelijk de Steenbank, waar goede vangsten worden gedaan. De vissers die het meeste wagen hebben ook de grootste verdienste. Gemiddeld wordt 30 tot 60 kilo per tij per vaartuig gevangen. Deze wordt verkocht voor 18 à 23 cent per kilo aan opkopers uit Frankrijk en België en aan de Engelse markt. In 1913 worden naar Engeland 1.059.069 kg garnalen verzonden (in 1912 was dit 858.805 kg). De totale vangst van de Zeeuwse garnalenvloot is in 1913 1.762.779 kg met een opbrengst van ƒ 213.134. In 1912 was dit 2.685.642 kg met een opbrengst van ƒ 253.139.

De Hervormde kerkenraad vergadert dit jaar slechts driemaal, namelijk op 17 januari, 1 februari en 14 maart, onder leiding van ds. G.A. Pott. Uit de rekening van de diaconie over 1912 blijkt dat de inkomsten ƒ 2.418,95 en de uitgaven ƒ 1.408,93 bedroegen, zodat het batig saldo ƒ 1.010,02 is. De aftredende ouderling Aart van de Gruiter wordt herkozen, maar bedankt evenwel. In zijn plaats wordt gekozen J. van Belzen Kzn. Van de Gruiter wordt kort hierna lid van de gemeenteraad.

Arnemuids garnalenverkoopstertje.
Arnemuids garnalenverkoopstertje.