1905

Op 29 januari wordt de 27-jarige candidaat Boudewijn Gerrit Clement Steenbeek bevestigd als predikant van de Hervormde Kerk van Arnemuiden. Hij is geboren op 9 januari 1878 te Goudswaard in de Hoekse waard waar zijn vader ds. P.J. Steenbeek predikant was. Op 12 januari 1908 vertrekt hij naar Yerseke, vandaar in 1911 naar Dirksland en in 1915 naar Dinteloord, in 1919 naar Waddinxveen, in 1922 naar Renswoude, in 1925 naar Woerden en in 1931 naar Bennekom.

Het nieuwe predikantenechtpaar van de Hervormde gemeente, dominee en mevrouw Steenbeek.
Het nieuwe predikantenechtpaar van de Hervormde gemeente, dominee en mevrouw Steenbeek.

Het is opmerkelijk dat de predikanten in de beginjaren van de 20e eeuw steeds zo’n korte tijd de gemeente dienen (ds. Feykes van 1901-1904; ds. Steenbeek van 1905-1908; ds. Bron Verkerk van 1908-1910; ds. G.A. Pott van 1912-1914; ds. W.L. Mulder van 1916-1918 en ds. J.C.W. Kruishoop van 1925-1927).

In de kerkenraadsvergadering van 31 januari draagt de consulent het kerkelijk archief over aan ds. Steenbeek.
Na een aantal vergeefse pogingen wordt in de vacature wegens het verdrinken in september 1903 van ouderling Blaas de Nooijer gekozen tot ouderling Aart van de Gruiter, tot nu toe diaken. Tot diakenen worden gekozen Albert Goverse en Jan van Belzen Dzn.
De kerkenraad bestaat thans uit de ouderlingen Hendrik Kasteleijn, Robbert Schroevers, Willem van Belzen Lzn en Aart van de Gruiter en de diakenen Willem Wiskerke, Cornelis van Waarde, Albert Goverse en Jan van Belzen Dzn.
Over 1904 bedroegen de ontvangsten voor de diaconie ƒ 1.680,05 en de uitgaven f 1.144,32, zodat er een batig saldo is van ƒ 535,73. Opmerkelijk is het dat na 25 maart er gedurende het gehele jaar geen kerkenraadsvergaderingen meer worden gehouden.

In het notulenboek van het college van kerkvoogden en notabelen wordt op 2 december melding gemaakt van een ingekomen brief van Theodorus Johannis Odding en z’n zuster Anna Margaretha Odding met de volgende inhoud: ‘De ondergetekenden hebben het voornemen ter Ere Gods in Jezus Christus ten behoeve der catechisanten een Frans Harmonie Orgel ten geschenke te geven op voorwaarde, dat het orgel het eigendom van de kerk blijft. Mocht in het vervolg het geschonkene orgel niet meer voldoen, dan mag het van de hand worden gedaan. Mits er een ander orgel door het kerkbestuur voor hetzelfde doel in de plaats wordt gesteld’. Met genoegen besluit de kerkenraad het geschenk te aanvaarden.
Th. Odding is de vaste organist van de kerk. Samen met z’n zuster heeft hij een winkel (voor o.a. drank) aan de Noordstraat naast de herberg ‘De Vriendschap’ van Kraamer.

De kerkenraden van de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerk richten zich gezamenlijk tot de gemeenteraad met een door de predikanten Steenbeek en Boeijenga opgesteld verzoek om ‘de localiteiten met vergunning van zaterdagsavonds 10 uur tot zondagsavonds 12 uur te sluiten’. Indien dit onoverkomenlijke bezwaren oproept, dan wordt verzocht om deze zondags tot 4 uur te sluiten, zodat er tijdens de godsdienstoefeningen in de kerken geen gelegenheid zal zijn om de herbergen te bezoeken.
De gemeenteraad wil in eerste instantie het oordeel van de regering afwachten over een soortgelijk besluit van de gemeenteraad van Sint Laurens. Op 26 mei wordt echter besloten met 5 tegen 1 stem (van J. Wisse) het verzoek niet in te willigen.

In de kerkenraadsvergadering van februari wordt gesproken over samenwerking met de Gereformeerde Kerk over de op te richten Christelijke school voor lager onderwijs. In beginsel is de kerkenraad ‘er hard voor’ en wil dus samenwerking, maar ‘omdat de gemeente Arnemuiden overwegend hervormd is, zal zij voorstellen tot samenwerking in zee sturen op conditie dat b.v. van de 6 bestuursleden er minstens 4 hervormd moeten zijn en het hoofd lid moet wezen van de Hervormde Kerk’.

Op 31 oktober wordt de nieuwe School met de Bijbel aan de Schoolstraat, bestaande uit twee leslokalen, geopend. Hoofd van deze school wordt de heer C. Steketee. In verband met deze benoeming wordt hem per 1 oktober ontslag verleend aan de openbare school.
Ook neemt P. Vos per 1 september ontslag als onderwijzer aan deze school. In deze beide vacatures worden benoemd per 1 januari 1906 de heer J. van Loo uit Middelburg en per 1  februari 1906 de heer G.A. van Noort uit Rhenen.
Op 31 januari 1905 vertrekt juffrouw Steutel uit Goes als onderwijzeres van de christelijke bewaarschool. Ze wordt per 1 februari 1905 opgevolgd door juffrouw Wouterse uit Vlissingen. Deze blijft aan de school verbonden tot 1920. Later zal ze weer vele jaren de bewaarschool dienen tot zij in 1937 door zwakte niet meer kan. Juffrouw Wouterse neemt een grote plaats in in het onderwijs aan de jeugd van Arnemuiden gedurende de eerste dertig jaren van deze eeuw. Haar persoon is ten nauwste verbonden aan het kleuteronderwijs in het oude schoolgebouw aan de Lionstraat.

De vissersvloot bestaat dit jaar uit 46 schuiten voor de garnalenvangst. De van oorsprong uit Arnemuiden afkomstige vissers te Vlissingen beschikken over 16 garnalenschuiten met in totaal 66 bemanningsleden. Dit jaar vist één Arnemuidse hoogaars doorlopend op bot. 1905 is voor de visserij in het algemeen een goed jaar, dankzij het buitengewoon mooie weer. De garnalenvissers vangen wel minder dan in vorige jaren, maar de prijzen zijn beter. Eind mei worden cirka 6 à 8 mandjes ‘zeer grote’ garnalen per dag gevangen. Er zijn weken bij met een besomming van wel ƒ 39 per week. Vooral in april, mei en juni zijn de prijzen zeer goed. De gemiddelde verdienste in 1905 per vaartuig per week is ƒ 32,80 ofwel (gedeeld door de gebruikelijke vijf parten) ƒ 6,56 per bemanningslid (in 1904 was dit ƒ 4,50). De schardijnvangst betekent dit jaar niet veel; ze is veel te klein. De afzet van de garnalen vindt bijna geheel naar Engeland plaats. Hieronder volgt een overzicht van het toaal aantal vervoerde kilo’s garnalen naar Engeland met de Stoomvaart Maatschappij Zeeland gedurende de achterliggende jaren:
1901 1252839 kg
1902 1188701 kg
1903 1010786 kg
1904   991534 kg
1905   824960 kg

Dit jaar wordt er op de kaai een nieuwe weegbrug geplaatst.
De gemeenteraad besluit tot het opruimen van de in verval geraakte meerpalen en paalstompen in het Arnekanaal. De cirka 100 palen worden verkocht voor ƒ 22,95. Tevens wordt ingestemd met het verlengen van de kaaibeschoeiing en het verharden van het bijkomende los- en laadterrein.
Ook wordt besloten tot een algehele bestrating van de Lionstraat. Er worden twee nieuwe straatlantaarns aangebracht, één op de Markt en één op het havenplein.
In de Nieuwstraat wordt een sloot gedempt en gerioleerd en worden twee zinkputten aangelegd.
Havenmeester C. Boone verzoekt ontslag. Tot zijn opvolger wordt benoemd N. Kievit, die tevens gemeente-veldwachter is.

De in het archief berustende zilveren voorwerpen worden afgestaan voor een gedurende deze zomer te houden tentoonstelling over oud goud- en zilverwerk te Middelburg.