1882
De visserij laat zich dit jaar aanvankelijk gunstig aanzien. De garnalenvissers zijn over het algemeen zeer tevreden. De vangsten zijn goed. Eerst vallen de prijzen wat tegen vanwege de gedrukte Engelse markt, zodat de opbrengst per schuit gering is. Later trekken de prijzen weer aan. Frankrijk en Engeland zijn de grootste afnemers; de rest gaat naar België.
Op de Oosterschelde wordt gevist door 30 schuiten uit Arnemuiden en Veere. Op de Westerschelde vaart wel een vloot van 91 vaartuigen uit Arnemuiden, Breskens en Vlissingen met een 350-koppige bemanning.
Op de scheepswerf worden nieuwe hoogaarzen gebouwd voor schipper P. Broere te Yerseke, schipper Blaas Blaasse te Arnemuiden ‘gelijk aan die van Lieven van de Ketterij’ voor ƒ 1.560 en voor schipper Kornelis Griep uit Yerseke ‘van olmenhout’. Ook worden een nieuwe peilboot voor de Vlietepolder te Kamperland en nieuwe roeiboten voor schipper P. Luteijn en A. Bolier van de Zuidkraayer gebouwd. En temidden van alle bouwgegevens voor nieuwe schuiten tekent Adriaan Meerman in zijn werfboek onder 1882 aan: ‘den 21 oktober 1882 mijn horologe ontvangen van den maker; een nieuwe veer van ƒ 2,50’ en daaronder ‘den 28 december 1882 een nieuw scheermes gekocht voor de som van ƒ 2,50’.
Op 21 januari is Pieter Kwekkeboom 40 jaar hoofd van de gemeenteschool. De gemeenteraad besluit op 10 januari de heer Kwekkeboom ter gelegenheid van zijn 40-jarig ambtsjubileum een geschenk aan te bieden. Ongelooflijk veel zijn de verdiensten van Kwekkeboom geweest voor Arnemuiden, voor de gemeenschap, de jeugd en het onderwijs. Onder andere jaartallen wordt op de verdiensten van meester Kwekkeboom nader ingegaan. Veertig jaar geleden begon hij in het alleroudste schoolgebouwtje in de Jan Leeuwenstraat (de latere Lionstraat). In 1845 maakte hij de ingebruikname van het nieuwe schoolgebouw aan de Lionstraat (de latere Chr. bewaarschool) mee. Nu, in dit jaar, is hij ten nauwste betrokken bij de aanstaande bouw van de nieuwe gemeenteschool aan het Schuttershof.
Over de schoolbouw komt in februari bericht van het ministerie, dat men eerst het resultaat van de aanbesteding wil zien alvorens een besluit te nemen over de hoogte van de rijkssubsidie. De gemeenteraad voelt zich voor een voldongen feit gesteld en is van mening dat ‘er nu geen andere weg openslaat dan aan de wens van de minister te voldoen’. Er wordt besloten tot aanbesteding, maar wel met de bepaling dat de gemeenteraad, bij een ongunstige subsidiebeschikking, niet gebonden is aan de aanbesteding.
Voor de nieuwbouw wordt ingeschreven door de aannemers H. van Leerdam te Nieuw- en Sint Joosland, J.H. van Ditmars te Middelburg, W. van Uije te Middelburg en H.P. van de Ree te Middelburg. Van de Ree is met ƒ 21.869 de laagste. Eerst wordt nu de beslissing van het ministerie over de subsidie afgewacht. De schoolopziener ‘liet de burgemeester weten dat het met de rijkssubsidie niet kwaad aanstond’. Volgens hem wordt als maatstaf voor de subsidie niet de kosten van de bouw, maar de financiële draagkracht van de gemeente aangehouden. In juni komt bericht dat het ministerie een subsidie van ƒ 15.544 verstrekt. De gemeenteraad betuigt zijn hoge tevredenheid over de hoogte van de verleende subsidie. Voor het resterende bedrag wordt een geldlening aangegaan van ƒ 4.500.
Aanvankelijk wordt er voor gekozen de nieuwe school te bouwen aan de grintweg naar de rijksweg Goes-Middelburg tegenover het kanaal. Een aantal inwoners (onder leiding van dhr. G. Born) uit echter bezwaar tegen deze plaats en vindt deze te gevaarlijk zo dicht bij het kanaal. De gemeenteraad heeft hier begrip voor en besluit de school te bouwen aan het eind van de Langstraat in het Schuttershof. De geneeskundig inspecteur verklaart geen bezwaar te hebben tegen de plaats van het schoolgebouw op een afstand van 35 meter van de nieuw aangelegde begraafplaats. Wel wordt besloten het noordwestelijke ongebruikte gedeelte van de begraafplaats (circa 560 m2) aan haar bestemming te onttrekken. Op de plaats van de bouw worden 9 olmenbomen gerooid.
Op 23 juni wordt de eerste steen gelegd van de nieuwe gemeenteschool aan het Schuttershof. Met het oog op de ingebruikname van de nieuwe school worden de 138 schooltafels geverfd en gevernist. Ook wordt in verband daarmee besloten ingaande 1883 een derde onderwijzer met hoofdakte te benoemen. Tot onderwijzeres in nuttige handwerken wordt benoemd Octavia Isabella Louise Maria Maenhoudt, thans kwekelinge aan de school.
Op 30 juli overlijdt wethouder Pieter van Vlaanderen. Tijdens de raadsvergadering van 18 juli was hij reeds wegens ziekte afwezig. Burgemeester Crucq spreekt in de raadsvergadering van 1 augustus een gedachteniswoord en zegt o.a.: ‘Dit verlies van zo een waardig en ijverig lid, die meer dan 25 jaren in deze vergadering zitting heeft gehad, wordt door al de leden zeer betreurd’. In de ontstane vacature wordt tot raadslid gekozen Hubrecht van Eenennaam, geboren in 1838 te Arnemuiden en bakker van beroep. Tot wethouder wordt gekozen Salomon van Eenennaam, eveneens geboren in 1838.
Dokter D.K. Munting vertrekt reeds per 1 augustus naar Hellevoetsluis. Met de tijdelijke waarneming van de armenpraktijk en doodschouw wordt belast dokter A. Walraven uit Nieuw- en Sint Joosland.
J. Polderdijk is dit jaar de laagste inschrijver voor het ophalen van vuilnis en beer en wordt ‘karreman’.
Als gevolg van het overlijden van Frans Crucq op 14 juni komen de functies van turftonner en turfteller, koolmeter en houtteller vacant. Benoemd wordt Pieter van Hemert, de timmerman. Van Hemert wordt ook belast met de zorg voor de straatverlichting voor ƒ 9 per lantaarn per jaar, omdat deze functie door het overlijden op 31 maart van A.C. Kraamer vacant is.
Ook Jacob Bliek, de pachter en gebruiker van de percelen bouw- en weideland op ‘het groot eiland, de dokweide, de Westwal en de Singel’, overlijdt. Zijn weduwe blijft niet in het bezit van de boerderij, waardoor de percelen opnieuw worden verpacht. De leeggekomen dokterswoning aan de Langstraat wordt tijdelijk verhuurd aan de weduwe van Jacob Bliek ‘omdat er toch weinig vooruitzicht bestaat om een inwonend geneesheer te krijgen en daar de woning thans onbewoond is’.
Dit jaar brandt een huis af aan het begin van de Westdijkstraat, bewoond door M. Molhoek.
Uit de Hervormde Kerk zijn over 1882 weinig bijzonderheden te melden. De predikantsvacature duurt maar voort. Dit jaar worden door de kerkenraad beroepen uitgebracht op ds. H. Doornveld te Wilnis, candidaat C. Callenbach en ds. H.H. Barger te Kerkwerve.
Diaken L. Wisse, sinds 1877 in functie, verzoekt per 1 maart ontslag. In 1888 zal Wisse als diaken deel gaan uit maken van de eerste kerkenraad van de Gereformeerde Kerk, samen met (de huidige) ouderling N. Cornelisse. Het blijkt uit de notulen dat door zogenaamde evangelisten (of godsdienstonderwijzers) catechisatie wordt gehouden. Waarschijnlijk gebeurt dit door de godsdienstonderwijzer W. van Leeuwen uit Schiedam.