1833

Dit jaar heerst vanaf november in Arnemuiden een ernstige pokkenepidemie. Een groot aantal inwoners weigert de koepokinenting tegen de pokken. Aan de pokken overlijden verscheidene kinderen. Wekelijks levert dokter Van Opdorp rapporten over het verloop van de ziekte in bij het Stadsbestuur. Hij uit zich daarin soms op een wat brute wijze over de toestanden in Arnemuiden. Zo merkt hij over een patiënt op: ’Wordt in een ellendig bekrompen overbevolkt hok (dergelijke alhier woningen worden geheten) verpleegd’. Ook uit hij zich nogal laatdunkend over degenen die om godsdienstige redenen weigeren zich te laten inenten. Opmerkelijk is dat van dokter Van Opdorp in 1834/35 in een zeer kort tijdbestek vier jonge kinderen overlijden.
Gedurende 1833 overlijden er 53 inwoners.

Er worden dit jaar maar vier vergaderingen van de gemeenteraad gehouden. Duidelijk is merkbaar dat de nieuwbenoemde secretaris C.J. Baars node gemist wordt. Hij is nog steeds met buitengewoon verlof als Officier bij de Zeeuwsche Mobiele Schutterij.

Bij de vaststelling van de jaarrekening over 1832 blijkt een zeer hoog batig saldo van ƒ 979,45 (ontvangsten ƒ 3.134,68 en uitgaven ƒ 2.155,23). Uit dit batig saldo wordt het herstel van het Hoofd en de beschoeiing aan de kade, waartoe vorig jaar besloten werd, ten bedrage van ƒ 540,10 afbetaald. De reparatie is intussen uitgevoerd door timmermansbaas (tevens wethouder) Abraham van Eenennaam, die dat jaar voor de stad werkte.

Tot vertegenwoordigers van de stemgerechtigde burgers, die tegenwoordig moeten zijn bij het openen van de stembiljetten bij verkiezingen, worden benoemd de smid Anthonie de Smidt, de landman Matthijs van Dijk en de winkelier Frans Joosse.

Het diaconaal armbestuur verzoekt de burgemeester om aan de bedeelde mensen in de loop van dit jaar iets meer ondersteuning te geven voor winterbehoeften en daartoe de post van ƒ 40 voor onvoorziene uitgaven in de begroting 1833 te mogen gebruiken.

* * *

De vissersvloot bestaat dit jaar uit in totaal 35 schuiten. Van de 18 korde- of vischschuiten zijn er echter maar 14 in de vaart. Vier schuiten liggen stil omdat de schippers wegens grote schulden geen krediet meer kunnen krijgen voor de reparatie van hun schuiten of de aanschaf van het benodigde touwwerk.
Daarnaast bedrijven 17 hoogaarzen de zogenaamde kleine visserij op garnalen. De kleine visserij met de hoogaarzen is het hele jaar door matig in de vangst van garnalen, schar en bot. Molenaar wordt in het geheel niet gevangen, wel in geringe mate mossels en oesters. De visserij met de grote schuiten is zeer teleurstellend. Zag het er begin dit jaar vrij gunstig uit door de vangst onder de Zeeuwse kust van redelijk wat schol, griet en tong, vanaf april wordt het steeds minder. Het wordt een allerslechtst jaar. Meermalen komt het voor dat men per man geen ƒ 3 per week verdient. De enige vissoort die nog wat oplevert zijn roggen en ’flooten’.

* * *

Van de Hervormde gemeente is weinig te vermelden. Beslaan de notulen van 1845 bijvoorbeeld 65 bladzijden in het notulenboek, in de dertiger jaren is dit per jaar slechts een enkele bladzij.

De armenrekening sluit met een batig saldo van ƒ 120,13 (ontvangen ƒ 966,69 en uitgegeven ƒ 846,21).
Van de in juni gehouden kerkenraadsvergadering wordt vermeld: ‘In juni wegens uitlandigheid van den leraar geen censura morum gehouden, maar in oktober daaraan volgende en in de gemeente wordt alles naar wens bevonden, waarop de vergadering biddende en dankende eindigde’.
In de plaats van de aftredende ouderlingen Verstrate en Katte worden door de manslidmaten gekozen Jacob Schroevers en Blaas Blaasse de Nooijer. Voor de aftredende diakenen Keur en Van Belzen worden door het Stadsbestuur gekozen Pieter Kraamer en Abraham Joosse. Wegens het bedanken van laatstgenoemde wordt opnieuw Marinus Keur tot diaken benoemd.