1703

Dit jaar staat geheel in het teken van de oorlog tussen de Nederlandse Republiek en Engeland aan de ene zijde en Frankrijk en Spanje aan de andere kant.
Op de 21e mei ontzet een Nederlands eskader onder bevel van Roemer Vlacq bij Portugal een Nederlands-Engelse koopvaardijvloot, die door de Franse en Spaanse oorlogsschepen is onderschept. Bij het gevecht sneuvelt Roemer Vlacq.

In de zomer van 1703 staken de provincies Holland, Zeeland en Friesland onder Engelse druk hun verzet tegen de uitvaardiging van plakkaten die de handel met de vijand verbieden. Wel stellen ze de restrictie dat het verbod slechts voor één jaar geldt.

In augustus wordt de erfprins Johan Willem Friso 16 jaar. Hij neemt dienst in het Staatse leger.

* * *

In het Stadsbestuur verandert er dit jaar het een en ander. Pieter de Vroe neemt de plaats in van de aftredende burgemeester Huybert de Bruyn. De Vroe heeft zich in 1701 vanuit Domburg te Arnemuiden gevestigd. De chirurgijn Samuel Laurent en de timmermansbaas Gerrit van der Leye worden tot nieuwe schepenen gekozen.
De nieuwe baljuw Pieter Wiltschut verzoekt het Stadsbestuur de secretaris opdracht te geven ‘de alreeds gearresteerde reglementen voor de baljuw en de stadsdiender hem binnen een maand ter hand te stellen’. Op zijn beurt wordt de nieuwe baljuw opgedragen er voor te zorgen dat de herbergen op zondagen geen gelagen zetten en er dan niet verkocht of gekocht zal worden.

Wellicht heeft de nieuwe baljuw ook de hand in het besluit van het Stadsbestuur van de 2e december ‘dat de Artyckelen van Reformatie ook behoorlyk moeten worden geregistreerd alsmede alle resolutiën, die bij Wet en Raad worden genomen, welke ook in de naastvolgende Wet en Raad andermaal zullen worden gelezen’. Vanaf nu is het dan ook gebruik dat de notulen van de vergadering van het Stadsbestuur in de volgende vergadering worden gelezen en vastgesteld.

In maart besluit het Stadsbestuur, ‘dewijl ‘s Lands Verpagting aanstaande is, de thesaurier te ordonneren de maeltijd op de meeste menagie aan te stellen en de vrouwen thuis te laten op de verpagting’. In het leven van de stadsbestuurders is de jaarlijkse verpachtmaaltijd altijd een hoogtepunt. De uitgaven voor de maaltijd vormen een vaste paragraaf in de stadsrekening. Uit de rekeningen en bonnetjes van de leveranties, die alle in het oud archief bewaard zijn gebleven, is wel af te leiden dat de heren het er dan overvloedig van namen.

* * *

Nog enkele bijzonderheden van algemene aard. Tot commissarissen om het pand ‘De Swarte Ruyter’ aan de Westdijkstraat van Jacob Broeder, waarin z’n bakkerij en bakkerswinkel is gevestigd, op te nemen, worden aangesteld Pieter de Vroe, Urias Besemer en Gerrit van der Leye. Mogelijk is dit pand in een bouwvallige toestand geraakt.
Het Stadsbestuur besluit ook ‘de brugge van de Middelburgsche Poort te vermaken’.

De commandeur Willem Wiltschut (broer van de baljuw Pieter Wiltschut) dient een verzoek in om het Bontestraatje naast het door hem bewoonde huis ‘De Gulden Gans’ in te nemen en te sluiten. Hij krijgt hiervoor toestemming ‘mits de predicant daar geen prejuditie (nadeel) van lijde’. Als de stad dit straatje weer nodig heeft, moet Wiltschut dit weer aan de stad afstaan.
Opmerkelijk is dat het huis ‘De Gulden Gans’ nog steeds bestaat. Na Willem Wiltschut bewoonde z’n broer, de admiraal Hermanis Wiltschut dit huis. Later is het verkocht aan de Hervormde Gemeente en diende het bijna 200 jaar als pastorie voor de predikanten. Het Bontestraatje was een zijstraatje van de Langstraat naar de zuidwal tussen het huis ‘De Gulden Gans’ en de toenmalige pastorie ‘Delft en Coorenmate’.

Dit jaar komt Lieven Thomas, die de functies bekleedt van zoutmeter, bierboom en turftonder, te overlijden. In de vacatures worden aangesteld de in 1704 uit Roosendaal gekomen Joos Bouwens tot grofzoutmeter bij de zoutketen, Adriaan Kerkhove tot bierboom en Valentijn Jacobs tot turftonder. Deze Valentijn Jacobs is een Vlaming, in 1690 gekomen van Hasselt in Luikerland; hij heeft een slagerij in het huis ‘De Trompet en Gouden Harp’ aan de Langstraat. De veerman op het Nieuwland is thans Lieven Adriaanse.

Er bestaat nog steeds het gilde van de chirurgijns. Het Stadsbestuur benoemt dit jaar nog een overdeken (overste) van het gilde. Dit bestaat overigens slechts uit drie leden, waaronder de beide uit Frankrijk afkomstige chirurgijns Samuel Laurent en Pieter Aubry. In 1715 bepaalt het Stadsbestuur dat er nog slechts 2 chirurgijns in de stad mogen zijn.

Het uit de 16e eeuw daterende pand ‘De Gulden Gans’. In het begin van de I8e eeuw is dit de ambtswoning van de Vice Admiraal van de Zeeuwse vloot Hermanis Wiltschut. Dit huis diende in later tijd als pastorie voor de Hervormde predikanten.
Het uit de 16e eeuw daterende pand ‘De Gulden Gans’.
In het begin van de I8e eeuw is dit de ambtswoning van de Vice Admiraal van de Zeeuwse vloot Hermanis Wiltschut.
Dit pand diende in later tijd als pastorie van de predikanten van de Hervormde gemeente.